Vorig jaar bezocht ik op Paarse Vrijdag een sessie van onze minor Diversiteit en seksualiteit. De (inmiddels gepensioneerde) docent achter die minor, begroette mij met de vriendelijke vraag: “Jij bent waarschijnlijk cisgender?” En ik moet eerlijk bekennen: ondanks dat we al weken aan het praten waren over regenboogvlaggen en activiteiten rond identiteit voor deze vrijdag, wist ik even niet wat hij bedoelde. Kennelijk had ik toch nog wat bij te spijkeren aan mijn kennis rond seksuele en genderdiversiteit.

Wat van die dag sterk bij mij is blijven hangen, zijn de gesprekken over hoe genderdiversiteit bij ons op De Haagse beleefd werd. De voorbeelden die studenten en collega’s daar deelden raakten mij. Zij beschreven dat zij zich veilig voelden op De Haagse maar er waren ook voorbeelden van leuk bedoelde grapjes die niet als leuk werden ervaren. En over hoe als hier iets van werd gezegd er alleen maar meer ongemak en onbegrip ontstond.  “Een grapje moet kunnen, toch?”.  

Natuurlijk zijn kwetsende opmerkingen niet altijd zo bedoeld, vaak zelfs helemaal niet. Maar dat neemt het kwetsende niet weg. Uit de verhalen van onze collega’s en studenten kwam een beeld naar voren van een open community die soms nog niet helemaal in beeld lijkt te hebben wat er buiten de dominante cultuur leeft. Dat zien we in het geval van de lhbti+ gemeenschap, maar net zo goed bij alle andere minderheidsgroepen. Dat vind ik zelf nou juist het bijzondere van De Haagse: bij ons kan iedereen die dit wil de eigen talenten verder ontwikkelen. Ongeacht afkomst, leeftijd, gender, seksuele oriëntatie, geloof of wat dan ook. Het bieden van die veilige omgeving is de kern van wie wij zijn, als een voorwaarde voor echt goed onderwijs. Het is een belangrijk deel van waarom ik zo voor De Haagse ben gevallen.  

Lhbti's in het hoger onderwijs worden nog altijd meer gepest en gediscrimineerd dan niet-lhbti's. Ik was dan ook opgelucht dat de meeste verhalen van een jaar geleden vooral gingen over niet begrepen worden, over jezelf niet gerepresenteerd zien binnen De Haagse en binnen het onderwijs, en niet zozeer over echte discriminatie of buitensluiting. Al ben ik zeker niet zo naïef om te denken dat dit nooit binnen De Haagse voor komt. We moeten onze inclusieve aard continue verder blijven ontwikkelen.  

De woorden zijn zo logisch, ‘jezelf mogen zijn’. Ik vind het best lastig me voor te stellen hoe het voelt om nietjezelf te mogen zijn Om je voor te moeten doen als iets wat je niet bent, om een deel van jezelf te moeten onderdrukken uit angst dat iemand het door zal hebben en je af zal wijzen, om wie je bent of van wie je houdt. Daarom ben ik blij dat wij bij De Haagse ook dit jaar op 10 december weer paarse vrijdag vieren. Het is onze manier om te laten zien dat de dominante cultuur bij ons inclusief is.  

Elisabeth Minnemann is sinds 15 augustus 2020 voorzitter van het College van Bestuur van De Haagse Hogeschool.