Hoewel onderwijs en onderzoek elkaar enorm kunnen versterken, zijn het in de praktijk nog vaak twee verschillende werelden. In deze serie lichten we docentonderzoekers uit die deze werelden succesvol tot één smeden. We trappen af met docentonderzoeker Albert Kraaij. Hij ontwikkelde een module ‘Lectoraatsopdrachten’, die niet is gebonden aan een bepaalde tijd of inhoud. Zo benutten hij en zijn studenten de vrije ruimte optimaal voor onderzoek naar duurzame bedrijfsmodellen.

Albert geeft les aan de opleiding ORM (Ondernemerschap & Retail Management) en doet promotieonderzoek naar hoe bedrijven succesvol kunnen verduurzamen. Zijn vuistregel als het gaat om onderzoek is: ik doe niets zonder studenten. “Daar moest mijn promotor aan de Erasmus Universiteit even aan wennen”, lacht hij. “Maar op deze manier win ik kostbare tijd om aan mijn onderzoek én mijn studenten te besteden. Want als je het niet combineert, is er eigenlijk geen tijd om beide zaken goed te doen. Ik zet mijn studenten in voor mijn onderzoek terwijl zij leren. Ik vraag hen bijvoorbeeld om een of twee ondernemers uit hun nabije omgeving te interviewen over hun bedrijf. Bijvoorbeeld een kennis met een glastuinbouwbedrijf in het Westland, of een oom met een schoenenwinkel in Iran. Dankzij onze internationale studentenpopulatie heb ik de mogelijkheid onderzoeksdata uit de hele wereld te halen.”

Het systeem beperkt je niet, maar je moet het wel begrijpen

Studenten van Albert krijgen op allerlei manieren een rol in zijn onderzoek. In de lessen, maar ook via de module Lectoraatsopdrachten. Over het ontstaan daarvan vertelt hij: “Van oorsprong ben ik controller en daardoor getraind om systemen te lezen. Ik heb ons onderwijsprogramma goed bekeken en zag dat het mogelijkheden bood om onderwijs en onderzoek efficiënt te combineren. Je kunt bijvoorbeeld de vrije ruimte heel goed gebruiken. Toen ik dat besefte ontstond het idee om een module te ontwikkelen die volledig vrij is: niet gebonden aan een begin- of eindtijd, zelfs niet aan een bepaalde inhoud. Dat kan dus gewoon!”

Je blijven ontwikkelen, samen met studenten

Om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken willen onderwijsmanagers al heel ver vooruit weten: wat ga je doen, hoe pak je dat aan? “Begrijpelijk wel,” vindt Albert, “maar op die manier dood je alle creativiteit. Wat dat betreft heb ik geluk met mijn onderwijsmanager Ronald Visser; deze module is in samenwerking met hem ontstaan. Hij ziet dat docenten vertrouwen en de kans geven om zich te ontwikkelen, heel mooi en vernieuwend onderwijs kan opleveren. Bijkomend voordeel is dat deze docenten door hun eigen leerproces beter aansluiten bij studenten. Althans, zo ervaar ik dat zelf. Ik denk dat ik een betere docent ben geworden doordat ik nu onderzoek doe.”

Mogelijkheden voor maatwerk

Een collega van Albert heeft ook gewerkt met de lectoraatsopdrachten en was erg enthousiast over de methode. “Doordat ik wat zaken heb gestandaardiseerd, is het ook helemaal niet veel werk qua administratie. Je hoeft alleen wat variabelen te wijzigen zoals de leerdoelen van de opdracht. Zo kun je studenten op allerlei manieren inzetten en maatwerk bieden: ze opdrachten geven die passen bij hun interesse en niveau. Een geweldig voorbeeld is een hoogbegaafde student die binnen deze module een wetenschappelijk artikel met mij heeft gepubliceerd. Omdat ze snel verveeld raakte haakte ze overal af, maar hier beet ze zich in vast. Als onderzoeker was ik blij dat ik haar talent kon inzetten, en als docent was ik blij dat zij eindelijk het beste uit zichzelf kon halen.