Negen trainees hebben de afgelopen twee jaar op een bijzondere manier de weg gevonden naar het hoger beroepsonderwijs aan De Haagse Hogeschool. Nadat zij waren aangenomen, stonden zij direct drie dagen per week voor de klas en volgden zij twee dagen een traineeprogramma. In die twee dagen bezochten zij workshops, deden ze mee aan inspiratie- en intervisiesessies, deden zij de interne opleidingen Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid en Basiskwalificatie Examinering en werkten ze aan opdrachten.

De Haagse Hogeschool ondertekende eerder het Charter Diversiteit. Een mooi gebaar. Maar zo’n document wordt al snel een papieren tijger. Waar zo’n 50 procent van de studenten een zeer diverse culturele afkomst heeft, is het docentenbestand van de hogeschool veel minder divers. Hoe verander je dat? Als antwoord op die vraag is onder andere bij wijze van pilot het docenttraineeship ontwikkeld. Dieuwke de Boer en Danielle Dersjant zijn de kartrekkers daarvan.

Mooie start

Dieuwke: “We kunnen met dit traineeprogramma beginnende jonge docenten een mooie start aanbieden. De eerste shift heeft op 4 juli het programma succesvol afgesloten. We zien dat deze trainees een prachtig sterk netwerk hebben opgebouwd binnen De Haagse Hogeschool.” Danielle: “Zij hebben kunnen ontdekken waar ze goed in zijn, waar ze de meeste energie uithalen.” Om te kijken of de trainees zelf net zo positief zijn, gaan we in gesprek met Ayşe Avci (docent HRM), Büsra Bacaksiz (docent bij Voeding en Diëtetiek), Sudhan Balakrishnan (docent International Business), Dany Aguirre Broca (docent Communicatie & Multimedia Design), Tuba Çatalbas (docent Commerciële Economie), Özge Levent (docent Communicatie), Janice Maduro (docent Integrale Veiligheidskunde), Roline Palmer (docent Law) en Reyber Turgut (docent Communicatie & Multimedia Design).

Trots

Özge Levent: “We zijn in een vreemde tijd – de coronatijd – begonnen. Ik had net mijn master gehaald en wilde graag ergens solliciteren. Maar alle vacatures stonden on hold. Waar ga je dan beginnen? Toen kwam ik deze traineeship tegen. Eerlijk gezegd had ik niet erover nagedacht om zo vroeg al docent te worden. Nu, twee jaar verder, ben ik trots. Als groep hebben we een goed traineeprogramma afgerond. Ik heb geleerd wat ik wel en niet kan. Wat ik leuk vind en minder leuk vind. We hebben de mogelijkheid gekregen om onze eigen richting te kiezen.”

Janice Maduro: “Ik had nooit gedacht dat ik docent zou worden. Ik wilde inhoudelijk meer met veiligheid doen en meer met mensen werken. Deze docentfunctie bood beide aspecten. Het is een bijzondere ervaring geweest. Ik heb veel aan het traineeprogramma gehad. Toch start je zonder enige ervaring. Dat was wennen.”

Veilig gevoel

Sudhan Balakrishnan: “Sommige workshops vond ik heel waardevol. Het meeste heb ik geleerd door gewoon te doen. De echte meerwaarde van dit traineeprogramma ligt in de intervisies.” Büsra Bacaksiz: “Voor mij ook. Je kon dan zelf cases inbrengen en die met de anderen bespreken. Dat geeft een stukje bewustzijn. Je leert zo ook methodes die je vervolgens zelf kunt toepassen.” Roline Palmer noemt ook het veilige gevoel tijdens de intervisies als een groot goed. “Dat je gewoon open en eerlijk kunt delen wat jou bezighoudt. Ik heb weleens getwijfeld om iets in te brengen. Dan deed een ander dat wél. Je ervaart op die manier dat je tegen dezelfde dingen aanloopt. Dat het fijn is om daarover te praten.”

Tuba Çatalbas: “Dat ik me altijd veilig heb gevoeld in de groep, heeft misschien te maken met het feit dat we aan het begin allemaal tijdens de selectiedag bij elkaar waren. We vonden het allemaal even spannend en hebben toen al dingen gedeeld met elkaar. De workshops in de eerste maanden hadden een persoonlijk karakter. Dat zorgt voor binding.” Ayşe Avci: “Ja, dan zoek je elkaar op als nieuwe collega’s van ongeveer dezelfde leeftijd.” Reyber Turgut: “Wanneer je dan ook nog een aantal emotionele momenten met elkaar meemaakt, is het niet zo gek dat er vriendschappen zijn ontstaan in de groep.”

Inzicht én netwerk

Tuba Çatalbas: “Het is mooi dat we allemaal bij verschillende opleidingen werken. Elke faculteit en elke opleiding heeft een wat andere cultuur. Door met elkaar daarover te praten, krijg je meer inzicht. Wat we van elkaar leren, nemen we mee naar onze opleiding.”

Dany Aguirre Broca heeft op die manier veel inspiratie opgedaan. Met een lach op zijn gezicht zegt hij: “Ik zie het traineeprogramma als een goede mix van superkrachten. Het creëert een groot netwerk van steun binnen de organisatie. Als nieuwelingen kunnen we op elkaar terugvallen.” Roline Palmer: “Je praat met de anderen over vragen die jou bezighouden. Samen ontdek je dat faculteiten sterk van elkaar verschillen. Dat geeft in korte tijd een compleet beeld van De Haagse.”

Omdat veel workshops werden verzorgd door mensen uit de organisatie, leerden de trainees een groot aantal mensen kennen. Altijd makkelijk. Tuba Çatalbas: “Zo heb ik veel gehad aan een sessie met de studentpsycholoog en de decanen. Als tutor en studieloopbaanbegeleider vind ik het fijn gesproken te hebben met de personen naar wie je je studenten doorstuurt.”

Rol docent versterkt

De trainees hadden geen enkele ervaring met het onderwijs. In twee jaar hebben zij zich gevormd tot prima docenten met een eigen stijl van lesgeven. Janice Maduro: “Ik denk dat learning on the job je uiteindelijk het verste brengt. Doceren is bij mij een optelsom geworden: een uit de BDB- en BKE-stof, een beetje van ervaringen binnen de opleiding en een beetje van mijzelf. Daar maak je dan je eigen mengelmoesje van.”

Özge Levent: “In contact zijn met studenten vind ik leuker dan voor de klas staan. De verhalen die ze met je delen, daar haal ik veel energie uit. Ik ben coach voor langstudeerders. Als ik van een langstudeerder hoor dat ik hem begrijp, terwijl ik zelf nooit langstudeerder ben geweest, dan geeft mij dat een goed gevoel.”

Ayşe Avci: “Lesgeven is voor mij een tweede natuur geworden. Ik kijk waar de behoeften van de studenten liggen en geef les in mijn eigen tempo. Is het leerklimaat op dat moment niet goed, dan maak ik dat bespreekbaar. In een eerdere baan was ik aan het einde van de dag uitgeput. Nu werk ik meer uren per week en ik krijg er juist energie van.

Dany Aguirre Broca ziet lesgeven als een performance. “Je wilt toch de aandacht van je studenten houden. Ik probeer zo snel mogelijk op hun golflengte te komen. Ik peil waar ze mentaal staan. Ik ben ook heel open naar hen. Midden in de coronatijd ging het even niet goed met mij. Na twintig minuten lesgeven heb ik tegen mijn studenten gezegd dat ik niet goed in mijn vel zat. Ik vroeg hun toen hoe het met hen ging. We hebben vervolgens een uur lang gepraat over hoe corona invloed had op de mentale gesteldheid van mensen.”

Reyber Turgut: “Ik zie duidelijke verschillen in onze stijlen van lesgeven. De een vertelt aan het begin van iedere les keurig wat de leerdoelen zijn. Ik ga meteen met studenten de dialoog aan. Een opleiding als Law waar Roline werkt, is erg gericht op kennis, op boeken en literatuur. Ik ben in mijn lessen veel meer praktijkgericht: waar is de student mee bezig en hoe kan ik hem daarbij begeleiden?”

Ambities

Veel trainees willen werken aan hun ambities. Sudhan Balakrishnan wil meer balans vinden tussen werk en privé. “Twee maanden geleden is mijn zus overleden vanwege een te hoge werkdruk. Dat wil ik voorkomen. Ik ga daarom vier dagen werken in plaats van vijf. Ik vind het contact met mensen erg leuk, maar wil ook een paar dagen zonder mensen doorbrengen om te kunnen reflecteren.”

In de ambities van de trainees keren het contact met en de begeleiding van studenten vaak terug. Zo heeft Büsra Bacaksiz zich ingeschreven voor de master Educational Needs. “Die sluit mooi aan op wat ik nu doe bij Voeding en Diëtetiek. De master is gericht op het begeleiden van studenten. Ook van studenten die het wat moeilijker hebben en eventueel wat vertraging hebben opgelopen in hun studie. Of studenten die fysieke beperkingen hebben. Dan kijk je naar de behoeften van de student. Dat vind ik erg belangrijk in een veranderende wereld.”

Achtergrond

Eén ding hebben de trainees als storend ervaren aan dit traineeprogramma: het label ‘diversiteit en inclusie’. Dat stond telkens weer centraal. Tuba Çatalbas: “Ik stoorde mij eraan dat wij op het intranet werden geïntroduceerd als de groep trainees met een migratieachtergrond. Ik ben docent. En niet per se docent met een migratieachtergrond. Door dit telkens te vermelden, doe je juist níet aan inclusie.”

Ayşe Avci: “We kwamen er gelukkig achter dat we het programma volgden, omdat we hier als docenten hoorden te zitten op basis van onze competenties. Natuurlijk moet het gesprek worden gevoerd over diversiteit en inclusie. Maar dat is niet ónze rol. Het is de verantwoordelijkheid van iedereen in de organisatie om dat gesprek gaande te houden.”

Dieuwke de Boer en Danielle Dersjant hebben deze feedback opgepakt. Dieuwke: “Het is voor ons een belangrijke les geweest om diversiteit veel breder te trekken dan alleen afkomst. In de tweede groep zitten trainees die bijvoorbeeld langs heel verschillende wegen als docent in het hbo terecht zijn gekomen. In het gesprek met de pilotgroep hebben we benadrukt dat zij als nieuwe collega’s zijn aangesteld om hun kwaliteiten en motivatie, niet als change makers voor diversiteit en inclusie. Die verantwoordelijkheid ligt niet bij hen, maar bij de hele organisatie. De pilot is ook voor ons heel leerzaam geweest. We kijken er met een goed gevoel op terug.”


“Ik heb in twee jaar de trainees geweldig zien groeien. Zij hebben zo veel meer zelfvertrouwen gekregen. Zo veel meer een eigen plek in de opleiding. Daar ben ik erg blij mee, ook al is er aan het traineeprogramma nog van alles te verbeteren. Er staan nu negen docenten die echt een meerwaarde hebben binnen hun opleiding.”

Danielle Dersjant, begeleider


“In de afgelopen twee jaar hebben we jonge, nieuwe docenten in dit traineeprogramma een heel mooie start kunt geven, met veel aandacht en met veel voeding door aan hen workshops, inspiratiesessies, intervisie en de BRB en BKE-cursus aan te bieden. Zij hebben een prachtig netwerk opgebouwd, waarmee ze een goede start kunnen maken bij De Haagse Hogeschool.”

Dieuwke de Boer, programmamanager traineeships

 

Twee jaar lang trek je intensief op met je collega-docent

Een prachtig project voor beginnende docenten om het onderwijs te leren kennen. Zo typeert praktijkbegeleider Cathalijne de Klerk het traineeprogramma. “Op deze manier krijgen de nieuwe docenten een zachte landing binnen de organisatie. Eigenlijk zou iedere beginnende docent zo’n traineeship moeten krijgen.”

Cathalijne is docent bij de opleiding Voeding en Diëtetiek en begeleidde de afgelopen twee jaar de trainee Büsra Bacaksiz. “Toen mijn opleidingsmanager vroeg of ik een jonge collega-docent wilde begeleiden, was ik zelf nog niet zo heel lang docent. In die korte tijd had ik ervaren hoe belangrijk een goede begeleiding is. Daarom heb ik ja gezegd op die vraag. Als praktijkbegeleider zijn Büsra en ik samen intensief met elkaar opgetrokken.”

Tijd om te leren

 “Veel collega’s hebben – net als Büsra en ik – geen opleiding tot docent. Opeens sta je voor de klas. Dan komt er veel op je af in korte tijd. In het traineeprogramma krijgt de beginnende docent tijd om te leren, om even stil te staan bij wat er gebeurt. Omdat iedereen weer anders les geeft, heb ik ook andere collega’s betrokken bij de begeleiding betrokken. Ik zat bij de lessen van Büsra. Zij bij die van mij en bij die van andere collega’s.”

Ervaringsverhalen

“Ik heb Büsra wegwijs gemaakt in de organisatie en mijn ervaringen met haar gedeeld. Ik heb haar geadviseerd bij de dingen waar zij tegenaan liep. Die waren heel herkenbaar. Ik had het prettig gevonden wanneer ik iets meer sturing had gekregen bij mijn rol als praktijkbegeleider. Met wat onzekerheid ben ik aan de slag gegaan. Dat pakte heel goed uit. Maar wat als de begeleiding níet goed loopt? Dan heb je als praktijkbegeleider meer contactmomenten nodig met de kartrekkers. Ik had het gevoel dat meer contact zeker mogelijk was met Dieuwke en Danielle. Maar vanwege de prettige samenwerking met Büsra was dat voor mij niet noodzakelijk. Praktijkbegeleider is een nieuwe rol die je krijgt. Je trekt op met een nieuwe collega, iemand op gelijke hoogte met jou. Hoe doe je dat? Dat is per opleiding verschillend. Daarom is het goed om vooraf ervaringsverhalen te delen met elkaar.”

Gelijk trekken

“Ik zou het mooi vinden wanneer iedere nieuwe collega een traineeship kan volgen. Nu krijgt de een wel zo’n traineeprogramma en de ander niet. Wat mij betreft trekken we dat gelijk. Ik vind het heel prettig dat het traineeprogramma na twee jaar werken en leren leidt tot een vast contract, tot iets blijvends. Dat mensen twee jaar de tijd krijgen om zichzelf te ontdekken in hun rol als docent. Dat kan ook een coachende of begeleidende rol zijn.”

‘Met dit programma kunnen we meer jonge docenten aantrekken’

In relatief korte tijd stelde opleidingsmanager Petra Visser vier nieuwe docenten aan bij haar opleiding Communicatie & Multimedia Design. Twee via de reguliere weg van werving en selectie. Twee via het traineeprogramma. “Hoe ze ook bij ons binnenkomen, nieuwe docenten ervaren onze opleiding als een warm bad.”

Petra is erg betrokken bij het traineeprogramma. “Als hogeschool moeten we openstaan voor nieuwe jonge docenten. We moeten hen goed begeleiden en kennis laten maken met het docentschap in de volle breedte. Docent zijn in het hbo is een heel leuke baan. Het geeft zo veel voldoening om met jonge mensen in een bepaalde fase van hun leven aan de slag te zijn! Die baan moet ook bereikbaar zijn voor mensen die zichzelf niet direct als docent zien. Als dit traineeprogramma die mensen kan interesseren voor een baan als docent, is dat winst.”

Positief kritisch

“Al onze nieuwe docenten laten wij zo snel mogelijk kennis maken met de organisatie van De Haagse Hogeschool. Zij trekken een jaar lang met elkaar op in onze eigen intervisiegroep. Er is bij ons veel onderlinge samenwerking. Dat faciliteren we met bijvoorbeeld de onderwijsvormen. Je kunt in je eentje werken, maar ook vakken samen verzorgen. Je hebt veel contact met je collega’s.

De toegevoegde waarde van het traineeprogramma is voor Petra dat De Haagse langs die weg ook goede docenten binnenhaalt die blijkbaar niet zo snel reageren op een gewone vacature. “De trainees hebben een heel positief kritische blik. Zij willen veel weten. Meer dan de nieuwe docenten die regulier binnenkomen. Tijdens het traineeprogramma krijgen zij zo veel input in de vorm van workshops, inspiratiesessies en intervisietrajecten dat ze in korte tijd veel inzicht opdoen en daarom ook kritische vragen kunnen stellen.”

Belangrijk voor onboarding

“Die workshops zouden aan alle jonge, nieuwe collega’s gegeven moeten worden. Dat maakt hen nog geen superdocent of potentiële managers, maar zo’n programma is wel heel belangrijk voor de binding, de onboarding. Hoe geef je hun de ruimte om in korte tijd zo veel mogelijk te leren? Meer ruimte om kennis te maken met anderen binnen de opleiding? Meer ruimte om kennis te maken met wat er allemaal in de hogeschool te doen is en hoe je jezelf zou willen ontwikkelen tot de docent die jij zou willen zijn? De een wil gewoon voor de klas staan. De ander wil een docentschap combineren met de beroepspraktijk. Een derde wil lesgeven combineren met onderzoek doen. Om daarachter te komen, heb je mentale ruimte nodig. We doen hier op De Haagse zo veel gave dingen. Maar ze hebben zelden tijd om daarnaartoe te gaan, om te ontdekken wat ze willen als docent. Dat wringt. Dus wat we doen binnen zo’n traineeprogramma zou veel breder toegankelijk moeten zijn voor veel meer jonge collega’s.”