In het revalidatiecentrum krijgen mensen veel hulp bij het bewegen. Wanneer ze naar huis gaan valt deze hulp weg. In dit project werd onderzocht wat de cliënt nodig heeft om ook thuis fysiek actief te blijven. In co-creatie werd een interventieagenda bedacht waarbij niet alleen beweegdoelen, maar bijvoorbeeld ook de persoonlijke waarden van de client centraal staan.

Dagelijks gaan mensen na een opname in een ziekenhuis of revalidatiecentrum weer naar huis om daar hun herstel voort te zetten. Intramurale zorg ondersteunt en bereidt cliënten voor om in de eigen thuissituatie weer zo goed mogelijk te kunnen functioneren en mee te doen in de samenleving. In de praktijk neemt de fysieke activiteit bij thuiskomst vaak toch af. Dit project was erop gericht om hierin verandering aan te brengen.

Doel

Dit project had de volgende doelen:

  1. het beter begrijpen hoe een revalidant het vormgeven en volhouden van fysieke activiteit ervaart tijdens de intramurale zorgtransitie naar de thuissituatie;
  2. het ontwikkelen van een interventieagenda voor betrokken partners om fysieke activiteit in de thuissituatie te ondersteunen;
  3. vaststellen wat nodig is om de samenwerking in de zorgketen beter te organiseren.

Doelgroep

De doelgroep van het project waren revalidanten, zowel neurologisch als orthopedisch.

Methode

Het project bestond uit vier werkpakketten waarin de volgende informatie werd verzameld en ontwikkeld:

  1. perspectieven van revalidanten op het bewegen in de thuissituatie met behulp van storytelling;
  2. een prioritering van de belangrijkste thema’s op basis van reflectiemiddagen met zorgprofessionals;
  3. een eerste versie van een interventieagenda op basis van focusgroep interviews;
  4. een breed gedragen versie van deze interventieagenda na publiekelijke toetsing onder partners uit de zorgketen. 

Resultaten

Het project heeft de volgende resultaten opgeleverd:

Resultaat 1: een versterkte, positieve samenwerking tussen alle deelnemers van het consortium.

Resultaat 2: een serie persoonlijke verhalen van revalidanten – het artikel hierover wordt momenteel geschreven.

Resultaat 3: een geprioriteerd lijstje met thema’s uit deze verhalen die als meest beïnvloedbaar werden geclassificeerd:

  • dagelijks leven en participatie in de eigen leefomgeving als belangrijkste focus van revalidatie;
  • persoonlijke veerkracht en eigen verantwoordelijkheid voor het beweeggedrag;
  • stimulatie of belemmering van bewegen en participeren door de fysieke en sociale omgeving; 
  • samenwerking en patiënt gecentreerde ondersteuning bij beweging in de hele revalidatieketen.

Resultaat 4: een opzet voor een interventieagenda met de volgende ideeën:

  • cliënten een eigen plan laten maken om tot een participatiedoel te komen;
  • persoonlijke waarden van de patiënt identificeren en integreren in een begeleidingstraject om participatie te bevorderen;
  • dagelijkse activiteiten als behandeloptie aanbieden om de eigen regie te stimuleren;
  • filmpjes ontwikkelen met herstelverhalen van cliënten;
  • organiseren van een ‘Samen gezond spreekuur’;
  • betrekken van naasten in het bevorderen van de beweging tijdens het zorgproces;
  • beweegcoach inzetten bij wijkverkenning;
  • gebruik van technologie om sociale dynamiek in kaart te brengen;
  • lotgenoten en mantelzorgers verbinden voor steun.

De volgende stap is om mogelijke interventies naar de dagelijkse praktijk te vertalen.

Duur

Het project duurde één jaar, het is in september 2023 gestart en liep tot eind augustus 2024.

Team

  • Ester de Jonge
  • Jorit Meesters

Samenwerking

Voor dit project werkte het lectoraat Revalidatie en Technologie van De Haagse Hogeschool samen met:

Financiering

Het project werd gefinancierd door KIEM, onderdeel van Regieorgaan SIA

Contact

Ester de Jonge (e.a.l.dejonge@hhs.nl)