Beroertes zijn helaas een veelvoorkomend gezondheidsprobleem in Nederland en is zelfs doodsoorzaak nummer drie. Wanneer een beroerte geen dodelijke afloop kent, is er vaak wel revalidatie nodig voor een zo goed mogelijk herstel. Een zeer belemmerend gevolg voor de patiënt kan een verlamming van de arm zijn. De inzet van robotica om de arm te trainen kan het herstel verbeteren, maar wordt nog niet door alle behandelaren in de revalidatie toegepast. 

Ondanks bewezen effectiviteit worden arm-/handfunctierobotica weinig gebruikt in de revalidatie na een beroerte. Dit onderzoeksproject van lectoraat Revalidatie en Technologie (van Centre of Expertise Health Innovation) toont aan dat succesvolle inzet afhangt van verschillende factoren, onderverdeeld in drie samenhangende domeinen: de robotica, de gebruiker en de organisatie. 

Doel 

Het doel van dit project is om vast te stellen hoe revalidatieprofessionals aankijken tegen de inzet van robotica in het hersteltraject van mensen na een beroerte. Hierbij wordt gezocht naar redenen om er wel of niet voor te kiezen; determinanten van de keuze. Tot slot worden oplossingen voor ervaren drempels verkend. 

Doelgroep 

De doelgroep van dit project zijn mensen met arm-/handfunctieproblemen die revalideren na een beroerte en revalidatieprofessionals die zich bezighouden met arm-/handfunctietraining. 

Methode 

In dit kwalitatieve onderzoeksproject zijn drie focusgroepgesprekken gehouden met belanghebbende revalidatieprofessionals van Basalt, een expertisecentrum van revalidatiezorg in Den Haag. Op basis van deze gesprekken werden determinanten van de keuze om robotica wel of niet te gebruiken vastgesteld, met behulp van het zogenaamde Consolidated Framework for Implementation Research (CFIR) 2.0. Daarnaast werden oplossingen geschetst. 

Resultaten 

De meeste vastgestelde determinanten vielen binnen de CFIR-domeinen innovatie, individuen en organisatiekenmerken. Voorbeelden van determinanten waren de flexibiliteit om robotica aan te kunnen passen aan therapeutische spellen, de angst van behandelaren om de persoonlijke interactie met de patiënt te verliezen en technische infrastructuur van het revalidatiecentrum. Voorgestelde oplossingen waren o.a. het vergroten van de gebruiksvriendelijkheid van de robotica en het trainen van behandelaren om hun houding ten opzichte van robotica positiever te maken.   

Conclusie 

Om robotica succesvol in te zetten in de behandeling van mensen na een beroerte, is aandacht nodig voor de technologische functionaliteiten van de robotica, voor de houding en vaardigheden van de behandelaren en voor de kenmerken van de organisatie waarbinnen dit gebeurt. 

Duur 

Een student werkte eerder enkele maanden aan dit project. Momenteel wordt het voortgezet door onderzoekers van het lectoraat. 

Samenwerking 

Voor dit project werkt De Haagse Hogeschool samen met Basalt, een expertisecentrum van revalidatiezorg in Den Haag. 

Team 

  • Ester de Jonge 
  • Jorit Meesters 

Contact