In de zoektocht naar oplossingen voor lastige problemen zijn de ogen steeds vaker gericht op ‘de regio’. Of het nu gaat om het tekort aan leraren, de veranderende vraag op de arbeidsmarkt of het bestrijden van ongelijke kansen. De gedachte is dat de rijksoverheid deze problemen niet goed kan oplossen. De aanpak is dan vaak voor iedereen hetzelfde, terwijl een probleem er in de Randstad heel anders uitziet dan in de Veenkoloniën. Onderwijsbesturen kunnen deze problemen vaak ook niet oplossen. Die zijn daarvoor te klein, hebben het geld niet, of gaan er niet over. Daarom zijn er hoge verwachtingen van ‘regionale sturingsnetwerken’. Dat zijn netwerken van organisaties die met elkaar samenwerken om oplossingen te zoeken die verder reiken dan hun eigen invloed. Onderwijsinstellingen participeren volop in die netwerken.

Regionale sturingsnetwerken roepen ook veel vragen op. Te beginnen bij de vraag: wat is ‘de regio’ eigenlijk? Zit de crux in het schaalniveau, ergens tussen landelijk en lokaal? Of gaat het vooral om nabijheid in een specifiek, geografisch gebied? Hoe functioneren regionale sturingsnetwerken in de praktijk eigenlijk? En de hamvraag: kunnen die netwerken die lastige problemen dan wel oplossen?

Met het onderzoek ‘Sturen met ruimte’ zoeken we een antwoord op die vragen. Het onderzoek bestaat uit drie projecten die we achter elkaar uitvoeren. Het onderzoek start in april 2021 en duurt vier jaar. 

Projecten

Project 1: regionale sturingsnetwerken: waarom en waartoe?

Hoe komt het dat steeds meer ogen zich richten op ‘de regio’? Zeker niet alleen in Nederland. We beginnen met een internationale literatuurstudie om de populariteit van ‘de regio’ kritisch tegen het licht te houden. Welke ontwikkelingen liggen daaraan ten grondslag? Voor welke problemen worden regionale sturingsnetwerken aangedragen als oplossing? Daarnaast analyseren we het onderwijsbeleid in Nederland. Wat zijn de verwachtingen hier te lande omtrent regionale sturingsnetwerken?

Project 2: hoe functioneren en presteren regionale sturingsnetwerken?

We zoomen in op twintig regionale sturingsnetwerken: tien in het voortgezet onderwijs en tien in het middelbaar beroepsonderwijs. De helft van de netwerken heeft tot doel om het onderwijs aan leerlingen met extra ondersteuning te organiseren; de andere helft van de netwerken richt zich op innovatie. In interactieve bijeenkomsten bespreken we onze bevindingen met organisaties die aan het onderzoek meedoen.

Project 3: regionale sturing in het onderwijs

Niets zo praktisch als een goede theorie. Daarom ontwikkelen we een theorie over wat ervoor nodig is om regionale sturingsnetwerken goed te laten werken. Dat kan zowel beleidsmakers als bestuurders helpen. Bijvoorbeeld bij de vraag wanneer een regionale oplossing wel of niet realistisch is, of bij keuzes om wel of niet in een netwerk te participeren.

Volg dit onderzoek via deze Linkedin-pagina.

Team

Team

Hasse van der Veen

Hasse van der Veen

Onderzoeker

Henno Theisens

Henno Theisens

Directeur GUTs en lector Public Governance

Go to Henno Theisens