Meer mensen naar de stembus zorgt niet voor meer vertrouwen in de politiek. Structurele aandacht voor hun problemen wel.

De opkomst bij gemeenteraadsverkiezingen is nog nooit lager geweest dan in 2022. Samen met De Haagse Hogeschool deed EMMA voor de gemeenten Rotterdam en Den Haag onderzoek naar niet-stemmers in beide steden. Wij zagen: met een hogere opkomst los je het échte probleem niet op, niet-stemmers zijn geen afgehaakte burgers en het lage vertrouwen in gemeentepolitiek heeft ook aanwijsbare redenen. 

In 2022 bereikte de opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen een dieptepunt. Slechts 51 procent van de kiesgerechtigden kwam naar de stembus; het laagste opkomstcijfer ooit. 

In de gemeenten Rotterdam en Den Haag ging slechts 4 op de 10 stemgerechtigden naar de stembus. Om de oorzaken van deze lage opkomst beter te begrijpen, hebben beide gemeenten onderzoek uit laten voeren door De Haagse Hogeschool en EMMA. In Rotterdam deden we dit ook in samenwerking met de Universiteit Utrecht. 

Om te doorgronden wat er speelt, zijn we in beide steden de straat op gegaan om met niet-stemmers en stemmers te spreken. We onderzochten wijken met een heel lage opkomst en wijken met een hoge opkomst. In beide steden deden we zo’n 100 straatgesprekken, tientallen diepte-interviews met lokale sleutelfiguren, zoals wijkmanagers, welzijnswerkers en leden van bewonersorganisaties, en groepsgesprekken met bewoners en professionals. We spraken met mensen over wat er aan de hand is en wat er volgens hen nodig is om de verbinding tussen mensen en gemeentepolitiek te verbeteren. 

Uiteindelijk konden we uit beide onderzoeken drie belangrijke conclusies trekken: 

  1. Met een iets hogere opkomst is het probleem niet opgelost
    De eerste reactie op een lage verkiezingsopkomst in gemeenten is vaak: ‘dat moet volgende keer beter!’ Maar met beter campagne voeren en daarmee een iets hogere opkomst behalen, los je het probleem niet op. Groepen die oververtegenwoordigd zijn onder niet-stemmers (zoals jongeren, praktisch opgeleiden en eerste-generatie-migranten) trek je daar niet zomaar mee over de streep. Mensen in wijken met een lage opkomst voelen zich vaak vergeten en dat vraagt om écht luisteren en om structurele oplossingen voor problemen in de wijk.
  2. Niet-stemmers zijn geen afgehaakte burgers
    Mensen die niet stemmen worden vaak ‘afgehaakte burgers’ genoemd. Maar die term is niet passend voor de meeste niet-stemmers die wij spraken. Niet-stemmers vormen geen homogene groep. Sommige niet-stemmers hebben simpelweg weinig interesse in lokale politiek, andere zeggen dat ze andere dingen aan hun hoofd hadden dan naar de stembus gaan. Opvallend waren de niet-stemmers die aangeven geen vertrouwen te hebben in de politiek, maar die zich wel actief inzetten voor hun wijk. Bijvoorbeeld in een buurthuis of via bewonersinitiatieven in hun straat. Zoals een van hen zegt: ‘Ik geef mijn stem niet aan een ander, maar gebruik mijn eigen stem.’ Dit zagen we eerder ook al in een onderzoek naar niet-stemmers in vijf gemeenten, een opdracht die we in 2022 deden voor het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
  3. Weinig vertrouwen heeft vaak een aanwijsbare bron
    Wantrouwen richting de overheid is een hot topic. Gemeenten zien dat vaak als een ongrijpbaar verschijnsel, dat vooral met landelijke ontwikkelingen te maken heeft. Uit de gesprekken die wij voerden met stemmers en niet-stemmers blijkt dat zij statements als ‘ze komen beloften niet na’ en ‘mooipraters zijn het, maar ze luisteren niet’ onderbouwen met hun eigen ervaringen. Ze werden uitgenodigd om mee te denken over hun wijk, maar de beslissing was al genomen. Of ze deden een melding van een onveilige situatie en kregen alleen een standaardbriefje als reactie. Het gaat mensen daarbij niet zozeer om hun zin krijgen, maar wel om serieus te worden genomen. 

Onze boodschap aan gemeenten: luister, wees eerlijk en lever resultaat

Dus, gemeenten, kijk verder dan de opkomst bij de verkiezingen en werk structureel aan de relatie met bewoners. Luister naar alle bewoners, doe echt wat met hun signalen en informeer hen over wat er (mis)lukt en waarom. Of zij nu wel of niet zijn gaan stemmen. En in welke wijk zij ook wonen.  

Resultaten en eindproducten

Lees het onderzoek naar niet-stemmers in Rotterdam hier:

Lees het onderzoek naar niet-stemmers in Den Haag hier: 

Over het onderzoek

Het onderzoek is een samenwerkingsverband tussen EMMA en De Haagse Hogeschool.

Vanuit EMMA (Experts in Media en Maatschappij) werkten mee: Marianne van Bochove, Ton Baetens, Hans Moors, Marguerite de Ruijter, Betti Lemstra

Vanuit De Haagse Hogeschool: Christine Bleijenberg, Koko Bernell Herder

Vanuit Universiteit Utrecht (in het Rotterdamse onderzoek): Hans Vollaard