In hoeverre hebben mensen met communicatief meervoudige beperkingen en hun communicatiepartners in Nederland toegang tot communicatiehulpmiddelen? Dit recht is onderdeel van het VN-Verdrag Rechten van personen met beperkingen. Hoe beïnvloedt deze situatie hun sociale inclusie? Dat is de onderzoeksvraag van dit project van lectoraat Relationele Zorg van Centre of Expertise Health Innovation. Er worden oplossingen gezocht om de toegang tot (communicatie)hulpmiddelen te verbeteren in het complexe speelveld van zorgverleners, zorgverzekeraars en overheidsinstanties. 

Achtergrond 

Het onderzoeksproject dient als casus voor de implementatie van het VN-Verdrag en hoe dat in de praktijk werkt voor de toegang tot hulpmiddelen. Tienduizenden mensen met communicatief meervoudige beperkingen (CMB) hebben in Nederland ondersteunde communicatie (OC) nodig. Kenmerkend bij mensen met CMB is een combinatie van meerdere, elkaar versterkende beperkingen in het waarnemen, verwerken, begrijpen en/of uiten van spraak, schrift of gebaren(taal). Hun beperkingen en mogelijkheden zijn heel verschillend, maar ze hebben één ding gemeen: ze kunnen niet of lastig spreken en hebben een alternatief nodig. Tevens raakt dit diep in de levens van een grotere groep, zoals hun ouders (veelal mantelzorgers), andere familieleden en zorgprofessionals. Zij moeten eveneens toegang krijgen tot OC. Uit onderzoek blijkt dat de communicatieproblemen tussen mensen met CMB en hun naasten een grote impact heeft op de kwaliteit van leven en maatschappelijke participatie. 

Impact 

Verschillende perspectieven spelen een rol bij dit interdisciplinaire onderzoeksproject naar de toegang tot hulpmiddelen voor mensen met beperkingen. Daarbij kan gedacht worden aan de sociologische, juridische, bestuurlijke en economische invalshoek, alsook het perspectief vanuit de gezondheidszorg.  Deze (wetenschappelijke) kennis is – voor zover bekend – nog niet eerder in Nederland dan wel in andere landen vergaard. Het project kan bijdragen aan oplossingen voor mensen met beperkingen en hun communicatiepartners en kan hun ‘stem’ laten horen in de samenleving, met name richting relevante overheidsinstanties. Dit project beoogt kennis op te leveren inzake belemmerende en faciliterende factoren bij verschillende instanties en processen voor de toegankelijkheid tot hulpmiddelen. Een rechtvaardige samenleving biedt namelijk toegang tot voorzieningen aan al haar leden. 

Doel 

Het onderzoeksproject richt zich op inzicht te krijgen in de problematiek van toegang tot hulpmiddelen voor mensen met meervoudige beperkingen, de rechten en plichten van het VN-Verdrag en oplossingen ter verbetering. 

Doelgroep 

De doelgroepen van dit project zijn: 

  • mensen met beperkingen, in het bijzonder mensen met communicatief meervoudige beperkingen; 
  • communicatiepartners van mensen met beperkingen, in het bijzonder hun ouders en andere naasten; 
  • andere communicatiepartners van mensen met beperkingen, zoals zorgprofessionals; 
  • betrokken overheidsinstanties en zorgverzekeraars. 

Methode 

Allereerst wordt deskresearch uitgevoerd inzake hoe Nederland het VN-Verdrag heeft uitgevoerd. Vervolgens wordt een meervoudig casestudieonderzoek uitgevoerd onder de doelgroepen. Daarbij worden diepte-interviews, questionnaires, observaties en een documentanalyse gebruikt. De observaties worden gebruikt om waar te nemen hoe het proces van aanvragen van OC verloopt.  

Het casestudieonderzoek is een iteratief onderzoeksproces waarbij verschillende stappen herhaald kunnen worden of waarbij stappen parallel lopen. Kwantitatieve methoden worden ter ondersteuning van het kwalitatieve onderzoek gebruikt om bijvoorbeeld de kosten van communicatiehulpmiddelen, de doorlooptijden van aanvragen, en de krachtenveldanalyse in kaart te brengen van verschillende actoren, namelijk de cliënten, zorgverzekeraars, zorgverleners en overheidsinstanties. 

Resultaten 

Het onderzoek levert publicaties op met antwoorden op de volgende vragen:  

  1. Hoe heeft Nederland het VN-Verdrag geïmplementeerd? Welke barrières ervaren mensen met beperkingen en hun mantelzorgers in het aanvraagproces bij verschillende instanties en wat betekent dat voor hun sociale participatie?  
  2. Welke oplossingen kunnen worden ontwikkeld voor mensen met beperkingen en hun mantelzorger(s) en andere communicatiepartners, om de toegang tot hulpmiddelen te verbeteren en daarmee hun participatie in de samenleving? Het onderzoek richt zich daarbij op het wegnemen van barrières voor de toegang tot deze voorzieningen in het complexe speelveld van zorgverleners, zorgverzekeraars, regelgeving en overheidsinstanties. 

Duur 

Het project is gestart op 1 september 2024, de einddatum is vooralsnog onbekend. 

Team 

  • Han Dommers 
  • Yvonne van Zaalen 

Samenwerking 

Voor dit project werkt De Haagse Hogeschool samen met: 

Financiering 

De financiering voor dit project komt uit de PGO-middelen en het lectoraat Relationele Zorg.  

Contact 

Han Dommers ([email protected]