Marianne van Bochove benoemd tot associate lector Zorgzame Stad
14 oktober 2025
“Onderzoek echt mét de praktijk samen doen, dat heeft mijn voorkeur”
Marianne van Bochove is per 1 oktober gestart als associate lector Zorgzame Stad. Haar onderzoek, veelal participatief actieonderzoek, richt zich op de vraag hoe de verantwoordelijkheden voor ‘zorgen in en voor de stad’ rechtvaardig verdeeld kunnen worden.
Marianne van Bochove vervult haar nieuwe rol als associate lector Zorgzame Stad bij het lectoraat Grootstedelijke Ontwikkelingen van lector Katja Rusinovic, onderdeel van het Centre of Expertise (CoE) Governance of Urban Transitions (GUTs). Dit lectoraat onderzoekt vraagstukken in een grootstedelijke context en wil bijdragen aan rechtvaardig samenleven in een inclusieve stad. Dat is overigens een gedeeld thema binnen het hele CoE. Het streven? Een stad waarin alle bewoners toegang hebben tot essentiële voorzieningen zoals wonen, werk, zorg en een prettige en veilige leefomgeving.
Marianne werkte de afgelopen vier jaar al als senior onderzoeker bij het Centre of Expertise. Ook vanuit deze nieuwe functie streeft zij ernaar de onderlinge verbinding tussen de lectoraten van GUTs te versterken en wil ze een bijdrage te leveren aan een inclusieve stad waarin iedereen kan meedoen en elke stem ertoe doet.
Zorg in brede zin
Marianne: “Binnen het lectoraat ga ik mij richten op het thema Zorgzame Stad. Er is steeds meer aandacht voor het belang van zorgzame wijken en buurten, waarbij er hoge verwachtingen zijn van buurtbewoners die naar elkaar omkijken. Maar een zorgzame stad is meer dan informele hulp en ondersteuning, het gaat in bredere zin om hoe verantwoordelijkheden voor ‘zorgen voor’ verdeeld zijn in de stad.”
“Ik ben stadssocioloog en onderzoeker in het sociaal domein, en geïnteresseerd in het samenspel tussen burgers, overheid en maatschappelijke organisaties in de grote stad. O.a. de Amerikaanse politicoloog Joan Tronto, die ervoor pleit op een brede manier naar zorg te kijken, is daarbij een grote bron van inspiratie voor mij. Het gaat niet alleen om de zorg die mensen geven of ontvangen, maar ook om zorgen voor de fysieke omgeving en, wat abstracter, het vormgeven van een zorgzame democratie.”
Participatief actieonderzoek
“Veel onderzoek van het lectoraat Grootstedelijke Ontwikkelingen is participatief actieonderzoek: onderzoek waarin (docent-)onderzoekers samenwerken met bewoners en praktijkpartners. Zo leid ik een project waarin we samen met professionals vanuit woningcorporaties, zorgorganisaties, de gemeente en belangenorganisaties voor ouderen onderzoek doen naar nieuwe initiatieven op het gebied van wonen en zorg voor ouderen. In een Community of Practice zoeken we samen naar manieren om tot beter passende huisvesting voor ouderen te komen, waarbij fysieke en sociale opgaven aan elkaar verbonden worden.”
“Daarnaast richt veel van ons onderzoek zich op jongeren en de zeggenschap over hun leefomgeving. Een goed voorbeeld hiervan is het pas gestarte project ‘Social Justice in the Caring City’, waarin ik met andere onderzoekers, studenten, docenten en Oekraïense jongeren aan de slag ga met het creëren van een ‘helende omgeving’. Dat doen we in een ontmoetingsruimte van de opvanglocatie waar de Oekraïense jongeren wonen. Onderzoek doen dat niet alleen gericht is op de praktijk, maar ook echt mét de praktijk samen gedaan wordt, dat heeft mijn voorkeur”, zegt Marianne. “Het is niet altijd makkelijk en vraagt een hoop afstemming, maar zowel het onderzoek zelf als de opbrengsten ervan worden er echt beter door.”
“Onderzoekers zouden veel meer over de dilemma’s van participatief actieonderzoek moeten uitwisselen. En over wat thema’s als ‘goede kwaliteit’ en ‘impact’ betekenen als we het hebben over dit type onderzoek. Nu worstelen we soms met dezelfde dingen zonder dat we van elkaars ervaringen proberen te leren en inspiratie bij elkaar opdoen. Daarom hebben enkele collega’s van GUTs en ikzelf een leergang over dit onderwerp opgezet. En als het aan ons ligt, gaan we die ook hogeschoolbreed organiseren. Dat zou ontzettend waardevol zijn.”
Verbinding met onderwijs
Ook op het gebied van het meer met elkaar verweven van onderwijs en onderzoek, ziet Marianne kansen. “Er zijn binnen de hogeschool veel mooie voorbeelden van hoe onderwijs en onderzoek elkaar versterken. Bijvoorbeeld tijdens praktijkdagen waarin studenten oplossingen bedenken voor vraagstukken die praktijkpartners inbrengen, die we vervolgens weer benutten in het onderzoek. Of studenten die in hun Leer- Arbeidsplaats (LAP) meedraaien in onderzoeksteams zoals we bij GUTs veel doen, waarmee ze hun onderzoeksvaardigheden verder ontwikkelen. Maar structureel kunnen we daar als hogeschool ook echt nog wel stappen maken”, zegt Marianne. Zij zette zich hier al voor in vanuit haar rol als voorzitter van de Kenniscentraraad, de medezeggenschapsraad voor (docent-)onderzoekers en overige medewerkers van de zes CoE’s van de hogeschool. “Ik kijk ernaar uit hier vanuit mijn nieuwe rol als associate lector verder aan bij te dragen.”