Diederik Visser is binnen De Haagse programmamanager voor de ambitie Paris Proof - scope 2: het energieverbruik in onze gebouwen is rond 2030 teruggebracht naar 70 gram uitstoot per vierkante meter. Dat is een halvering ten opzichte van het referentiejaar 2018 en moet een tussenstap zijn die leidt naar Zero Emissions (geen netto uitstoot van broeikasgassen) in 2040. In december 2024 is weer een horde genomen op weg naar het realiseren van die ambities. Diederik: “Deze maand gaat onze locatie in Delft van het gas af en daarmee kunnen we weer een vinkje zetten. Locatie Delft was al Paris Proof scope 1 en is hiermee ook Paris Proof scope 2. Maar er is nog een hoop werk te doen.”

Grote én leuke uitdaging

In 2009 won de Delftse locatie van De Haagse nog de prijs voor het meest duurzame hoger onderwijsgebouw van Nederland. Met een warmtepomp in plaats van een cv-ketel is het gebouw nu geheel gasloos en voldoet het gebouw aan de voorwaarden van Paris Proof. Op de routekaart om Paris Proof te worden in 2030 is het warmte- en koudemanagement van de hoofdlocatie van De Haagse op het Johanna Westerdijkplein (JWP) een volgende belangrijke stap. Diederik: “Daarin zit een grote én leuke uitdaging. Het gebouw stamt uit de jaren ’90 en toen is gekozen voor een systeem met één verwarmingsbuis die door het hele pand loopt. Met de kennis van nu is dat een inefficiënte manier van verwarmen en koelen. Als we over een systeem met meerdere buizen zouden kunnen beschikken, kunnen we bijvoorbeeld beter gebruik maken van de warmte- en koude-opvang die we hebben onder de vijver voor ons gebouw. Daaronder zitten drie grote doublets, opslagplekken die we in de winter kunnen gebruiken voor het opslaan van kou, door koud water in het doublet te laten lopen en op te slaan, en in de zomer voor warmte door warm water op te slaan. Daarmee kunnen we in theorie minimaal 90% van onze warmtebehoefte opvangen.” Dat vraagt om ingrijpende aanpassingen en daarbij is de grootste uitdaging dat De Haagse vrijwel altijd in gebruik is. Het onderwijs gaat immers altijd voor. Groter onderhoud kun je bijna uitsluitend in de zomervakantie of ’s nachts doen.”

5.000 slimme sensoren 

Innovatie en verduurzaming geeft De Haagse zoveel mogelijk een plek binnen bestaande onderhoudsplannen. Een deel van de dakisolatie in Den Haag is dit jaar aangepakt en luchtbehandelingskasten zijn vervangen voor duurzamere varianten. Studenten hebben comfort-metingen uitgevoerd om beter in beeld te krijgen wat een aangename temperatuur is voor de gebruikers van het pand en om te kijken waar het beter kan. En deze zomer zijn maar liefst 5.000 slimme sensoren geplaatst en LED-lampen vervangen. 

“Dat gaat ons heel veel inzicht geven in welke ruimtes wanneer en hoe intensief gebruikt worden. En daar kun je ook andere dingen weer op afstemmen. Een ruimte die niet is gebruikt, hoeft ook niet schoongemaakt te worden bijvoorbeeld. Of tijdens de avondronde kan de beveiliger die ruimte overslaan. Dat scheelt tijd en dus geld. De slimme sensoren geven heel veel data af waar studenten allerlei onderzoeken naar doen.”

De uitkomsten hiervan kunnen onze processen verder optimaliseren. En natuurlijk zijn er ook andere quick wins en kleine steentjes die bijdragen. “Meer energiezuinige machines bij de technische opleidingen bijvoorbeeld, andere laptops, minder printers, de weekendsluiting, het zijn allemaal dingen die meehelpen. Of denk aan de studenten die avond-opleidingen volgen meer concentreren in één deel van het gebouw zodat je een groot deel van het gebouw kunt sluiten. Ook dat helpt energieverbruik te verminderen.”

Mission Zero

Het formuleren van de doelstellingen in het instellingsplan van De Haagse was een gezamenlijk project van het facilitair bedrijf en onderzoekers van de hogeschool. Peter Vermey is verbonden aan het Centre for Expertise Mission Zero van De Haagse. “Het bijzondere binnen onze hogeschool vind ik dat we bij het realiseren van onze verduurzamingsdoelstellingen in een driehoek werken van organisatie, onderzoek en onderwijs. Op het gebied van Paris Proof werken we als Centre of Expertise en facilitair bedrijf bijvoorbeeld heel nauw samen met de opleiding Facility Management. Studenten worden in onderwijs en onderzoek betrokken. In de Living Labs van ons expertisecentrum heeft de huisvesting van De Haagse als onderwerp een prominente plek. Studenten worden uitgedaagd om dit te onderzoeken, sommigen studeren er ook op af.” 

Op het gebied van Zero Emissions is gekozen voor (ondermeer) een onderwijsaanpak met ‘challenges’. “Dan is de uitdaging bijvoorbeeld: hoe kun je het gebruik van software via de cloud verminderen en daardoor bijdragen aan de verduurzamingsdoelstellingen?” Of hoe kunnen we ons ‘bloemenbeleid’ versoberen? De afdeling HRM is hiermee aan de slag gegaan. Nieuwe medewerkers krijgen geen bloemetje meer op hun eerste dag. En ieder bloemetje helpt. Er zijn ook andere, duurzame manieren om iemand warm welkom te heten. Misschien heeft het geen grote meetbare impact, maar de verzameling van al die initiatieven leidt tot gedragsverandering, en dan begint het aan te tikken.”

Peter: “Er is veel persoonlijke motivatie onder medewerkers, dat maakt ook dat we vertrouwen kunnen hebben in dat we deze doelen gaan halen. De Haagse is niet zozeer een hiërarchische organisatie, maar een netwerkorganisatie. Er is een vruchtbare bodem. Initiatieven vanuit de organisatie kunnen daardoor makkelijker tot bloei komen en vinden sneller een welwillend oor bij hun leidinggevenden. En het College van Bestuur heeft het lef gehad om de ambities te formuleren.”

Om beter grip te krijgen op de voortgang op de verduurzamingsdoelen van De Haagse, is in 2023 de footprint van de hogeschool uitgerekend. Peter: “Die footprint is berekend op basis van internationale protocollen door een externe partij, maar ook met gezond verstand. Je kunt in de berekeningen ook verzanden en dan schiet de exercitie zijn doel voorbij.” 

En alle bezuinigingen op het hoger onderwijs, gaan die de verduurzamingsplannen van De Haagse raken? Peter: “Nee, dat denk ik niet. Wat het Facilitair Bedrijf heel verstandig doet, is verduurzaming niet als los project zien, maar als integraal onderdeel van onderhoud en ontwikkeling. Begin volgend jaar presenteren we gezamenlijke voorstellen aan het College van Bestuur hoe we de komende jaren Paris Proof en Zero Emissions voor elkaar willen krijgen. Eigenlijk gaan we daarin verder dan Paris Proof, maar gaat het over future proof, hoe zijn we op de lange termijn duurzaam? Dat vraagt niet direct om enorme investeringen over de komende jaren, maar om verstandige, duurzame keuzes.”

Lees verder