Bernard Janssen houdt zich binnen De Haagse bezig met de vraag hoe we als hogeschool ‘zero waste’ bereiken. Dat begint met goede afvalscheiding en het bewust maken van studenten, medewerkers en bezoekers over hoe belangrijk het is om afval in de goede afvalbak te doen: want ‘monostromen’ die bij voorkeur 90% zuiver zijn zorgen ervoor dat we echt duurzaam zijn. Inmiddels is het restafval teruggedrongen van 79% naar 48%. Hoe we naar de 0 gaan, dat is iets dat Bernard iedere dag weer motiveert.

“Eigenlijk hebben we directe invloed op maar 40% van het afval in onze vuilnisbakken. 60% van het afval wordt door mensen van huis meegenomen. Die 40%, daar kun je concreet op sturen – wat geeft de cateraar bijvoorbeeld mee bij een broodje aan verpakking? Bij de rest gaat het toch vooral om psychologie en communicatie. Of dingen in de goede bak belanden, hangt af van duidelijke informatie, kleuren, en nudging, subtiele duwtjes in de omgeving of in de communicatie die zorgen voor ander gedrag van mensen. Denk aan de grootte van de vakken bijvoorbeeld.

Als Haagse doen we het landelijk best goed – meestal komen we in benchmarks met andere hogescholen in de top drie uit de bus waar het om restafval gaat. Maar we willen natuurlijk meer. Waar we de afgelopen jaren een grote slag mee hebben geslagen, is het uitfaseren van koffiebekertjes. En wat een leuke manier is om collega’s en studenten te betrekken, zijn de trash walks die we eens in de zoveel tijd organiseren, en waarbij we afval rondom de hogeschool opruimen. 

We zijn natuurlijk een onderwijsinstelling, dus als facilitair bedrijf konden we het niet laten om een ‘mini master’ op te zetten: leer afval scheiden als een professional. Waste Warrior noemen we deze master. Om je diploma te halen, moet je 25 vragen over duurzaamheid thuis en op school beantwoorden. De master bestaat uit 40 lessen, op posters, die door het hele gebouw hangen en op de schermpjes van de koffiemachines te lezen zijn. We hebben inmiddels een paar honderd mensen die het predikaat Wast Warrior hebben gehaald.

Wat we vaak horen is dat mensen denken dat al het afval aan de voorkant wel gescheiden wordt, maar aan de achterkant toch in één container verdwijnt. Dat is niet zo, maar afval willen scheiden begint natuurlijk met vertrouwen hebben dat dat ook zin heeft. Vier jaar geleden gaf 50% van onze studenten en medewerkers aan er vertrouwen in te hebben dat we afval ook gescheiden houden. Inmiddels is dat percentage in ons laatste onderzoek opgelopen naar 68%.

Ik zoek ook veel samenwerking met het onderwijs op. Zo hebben we een minor Circular Business, waar jaarlijks één à twee projectgroepen met onze afvalscheiding aan de slag gaan. Daardoor weten we bijvoorbeeld dat in het restafval 60% eigenlijk in een andere bak had gemoeten. Daar kunnen we wat mee. Studenten zijn ook heel enthousiast aan de slag met de vraag hoe we onze nudging kunnen verbeteren.

We hebben inmiddels een team van Zero Wast Warriors ambassadeurs. We komen een aantal keer per jaar bij elkaar om te bespreken wat we allemaal kunnen doen. Collega’s en studenten die mensen helpen om goed afval te scheiden. Dingen veranderen soms ook, zo moest een theezakje eerst bij het restafval en kan het nu met het gft-afval mee. Dat leggen we dan weer uit op posters en dergelijke. Blikjes is hetzelfde, die zamelen we nu in met de statiegeldflesjes. 

Alles dat we aanbesteden op het gebied van afval, besteden we duurzaam aan, met het oog op zero waste. Dat kost geld, dat doet pijn (door wegwerpbekertjes af te schaffen liepen we in het eerste jaar bijvoorbeeld meer dan 100.000 kopjes koffie en thee mis) maar ik ben er trots op dat we als Haagse die keuze maken. Bij steeds meer mensen zie ik de kennis en motivatie om goed te scheiden. Zero waste is nooit af, maar iedere dag worden we een stukje beter!”