De ambitie van De Haagse Hogeschool is om open access te publiceren. Op de pagina Publicatiebeleid HHs lees je meer over dit publicatiebeleid, de verschillende vormen van open access publiceren en de voordelen van open access.

Meer weten over wat open access precies inhoudt? Een korte introductie krijg je door het bekijken van dit Engelstalige filmpje van vijf minuten, gemaakt door Samenwerkingsverband Hogeschoolbibliotheken (SHB). In de in totaal één uur durende online training Open Access publiceren, ontwikkeld door de bibliotheek, leer je alle in en outs.

 

De keuze van het tijdschrift: tools

Wanneer je jouw eigen onderzoek wilt publiceren in een tijdschrift let je op een aantal criteria:

1) De thematiek van het tijdschrift: tools

Allicht ken je de belangrijkste tijdschriften in jouw vakgebied. Het zijn de titels die je zelf leest en waar je je eigen onderzoek bij past. De hoeveelheid tijdschriften groeit snel. Je hebt er zelf zicht op, en je krijgt natuurlijk advies van collega’s, maar je kunt ook gebruik maken van online tools. Deze tools helpen jou bij het bepalen of jouw onderzoek past bij het gekozen tijdschrift. Met deze tools kun je ook nog kennis maken met voor jou (nog) onbekende tijdschriften.

Wanneer je de titel, trefwoorden en soms je abstract van je manuscript invoert, krijg je vanzelf suggesties in welk tijdschrift je artikel het beste past. Met een aantal tools kun je zoeken naar tijdschriften van diverse, wetenschappelijke uitgevers.

Daarnaast hebben de grotere wetenschappelijke uitgevers hun eigen tools. 

2) Kwaliteit en reputatie

Als je voor een tijdschrift kiest van een grote, gerenommeerde uitgever zoals Sage, Springer of Elsevier, hoef je je geen zorgen te maken. Wanneer je voor minder bekende uitgevers kiest of voor een tijdschrift uitgegeven door een universiteit of een (zo op het oog) onafhankelijke organisatie, dan doe je er goed aan om de kwaliteit en reputatie zorgvuldig te scannen. Om een goed wetenschappelijk tijdschrift te herkennen, kun je de volgende vragen te stellen over de informatie op de website:

  1. Is het peer-review proces duidelijk beschreven?
  2. Kun je eenvoudig achterhalen wie er in de redactie zit, of in het bestuur? Vaak vind je wel een lijst van de leden inclusief de instelling waaraan ze gelieerd zijn, en duidelijke contactgegevens. 
  3. Wat zijn de publicatiekosten? Eventuele vergoedingen moeten duidelijk vermeld worden op een plek waar auteurs de informatie makkelijk kunnen vinden. Als de publicatiekosten belachelijk hoog zijn, dan kun je vraagtekens stellen over de reputatie.
  4. Zijn de auteursrechten en licentievoorwaarden genoemd bij elk gepubliceerd artikel? 
  5. Lijkt de naam van het tijdschrift verdacht veel op die van een veel beroemder tijdschrift? Maar is het dat niet? Wees dan extra kritisch op de andere vragen. 
  6. Bevat de website ook een statement (of andere informatie) over hoe het tijdschrift wangedrag in het onderzoek behandelt, zoals plagiaat, manipulatie van citaten en vervalsing van gegevens?
  7. Kun je een statement vinden over hoe ze omgaan met eventuele belangenverstrengeling van auteurs, redactieleden en reviewers? 
  8. Hoe regelmatig komt het tijdschrift uit? Als het goed is geeft de website informatie over hoe vaak het tijdschrift wordt gepubliceerd, en met welke regelmaat.
  9. Waar wordt het tijdschrift geïndexeerd? Een serieus tijdschrift heeft een serieus archief en biedt informatie over waar artikelen uit het tijdschrift geïndexeerd worden en via welke kanalen die – behalve  via de website van de uitgever – beschikbaar zullen zijn.

Hoe herken ik dubieuze OA tijdschriften?

Veel dubieuze tijdschriften presenteren zichzelf als OA en daardoor hebben ze een slechte naam gegeven aan OA tijdschriften. Hoe kun je zeker zijn van de kwaliteit van een OA tijdschrift? Het platform openaccess.nl geeft daar een goed advies over. Ze geven lijsten van de volgende vragen die je over een OA tijdschrift moet stellen: 

  1. Heeft het tijdschrift een welomschreven onderwerpsgebied dat op de website duidelijk vermeld wordt? 
  2. Zijn onderzoekers en wetenschappelijk docenten de primaire doelgroep? Worden ze ook op de website zo benoemd? 
  3. Wie zitten er in het editorial board? Zijn dat gerenommeerde en bekende onderzoekers uit het vakgebied? 
  4. Is het tijdschrift verbonden aan of wordt het gesponsord door een gerenommeerd wetenschappelijk instituut of wetenschappelijke society? 
  5. Beantwoordt de inhoud van de artikelen aan het onderwerpsgebied van het tijdschrift en voldoet de inhoud aan de standaarden van het vakgebied? 
  6. Worden alle OA fees duidelijk en eenduidig vermeld op de website van het tijdschrift? 
  7. Hebben alle artikelen in het tijdschrift een DOI (Digital Object Identifier)? 
  8. Vermeldt het tijdschrift duidelijk (per artikel) de (her)gebruiksrechten bv. Creative Commons CC BY licences)? 
  9. Heeft het tijdschrift een ISSN (International Standard Serial Number)? 
  10. Is de uitgever lid van de Open Access Scholarly Publisher Association
  11. ​Komt het tijdschrift voor in de Directory of Open Access Journals (DOAJ)? 

Directory of Open Access Journals (DOAJ) – heb je een OA tijdschrift gevonden en overweeg je daar je manuscript naar op te sturen, dan kan je kijken of het tijdschrift opgenomen is in DOAJ. De tijdschriften opgenomen in DOAJ gaan allemaal door een kwaliteitscontrole en moeten voldoen aan meerdere criteria.  

Wanneer een tijdschrift nog niet opgenomen is in DOAJ, kun je zelf ook de controle uitvoeren.  Principles of Transparency and Best Practice in Scholarly Publishing, is een lijst met criteria die je helpt om de kwaliteit van een OA tijdschrift te beoordelen. Dat zijn dezelfde criteria die worden toegepast op tijdschriften met betaald abonnement.  

Goede Open Access tijdschriften zijn lid van  Open Access Scholarly Publisher's Association (OASPA). Kijk of dit het geval is met het tijdschrift dat je hebt gekozen.  

De interactieve tool Think, check & submit help je om door jouw gekozen tijdschrift te verifiëren.

3) Impact factor (IF) van het tijdschrift

De impactfactor (IF) meet de frequentie waarmee artikelen uit dit tijdschrift (gemiddeld) worden geciteerd in de tijdspanne van een jaar. Het wordt gebruikt om het belang van een tijdschrift te meten door te berekenen hoe vaak de artikelen worden geciteerd.  

Hoe wordt de impactfactor berekend?  

De berekening is gebaseerd op een periode van twee jaar en houdt in dat het aantal keren dat artikelen zijn geciteerd wordt gedeeld door het aantal artikelen dat geciteerd kan worden. De berekening gaat, schematisch, als volgt:  

= Hoe vaak de artikelen uit 2018 en 2019 zijn geciteerd in een geïndexeerd tijdschrift in 2020.  

B = het totale aantal "citeerbare items" gepubliceerd in 2018 en 2019.  

Hieruit volgt: A / B = impactfactor 2020  

Waar vind ik impact factor van een tijdschrift?

De impactfactor wordt gerapporteerd door Clarivate, de organisatie achter Web of Science en gepubliceerd in het Journal Citation Reports (JCR). Dit is een ranking van 12 000 tijdschriften. Je zoekt naar een tijdschrift door de titel in te vullen. Omdat impactfactoren op zichzelf weinig betekenen, kun je het tijdschrift dat je interesseert het beste bekijken in vergelijking met de andere tijdschriften in dezelfde 

Source Normalized Impact per Paper (SNIP) is een portaal ontwikkeld door CWTS (Centre for Science and Technology Studies) van de Universiteit Leiden. 

SCImago Journal Rank (SJR) is een portaal met wetenschappelijke indicatoren voor tijdschriften en landen van publicatie, ook ontwikkeld door Elsevier. 

Moet ik bij de keuze van een tijdschrift rekening houden met de impact factor? 

Dit blijft natuurlijk je eigen keuze, maar het is goed om te realiseren wat de impact factor is en wat het niet is. Er is ook veel kritiek op de IF. Een hoge impact factor is niet per se een bewijs van de kwaliteit van een tijdschrift. Eén van de redenen hiervoor is dat slechts enkele artikelen in het tijdschrift kunnen zorgen voor grote  hoeveelheden citaten, terwijl het grootste deel van de andere artikelen in hetzelfde tijdschrift van lagere kwaliteit (kunnen) zijn. Desalniettemin zien veel onderzoekers het als prestigieus om te publiceren in een tijdschrift met een hoge IF, omdat IF zegt of een tijdschrift relatief belangrijk of invloedrijk is binnen een vakgebied.  

4) Open Access beleid

Het beleid van de HHs is om zo veel mogelijk Open Access (OA) te publiceren. Wanneer je Open Access publiceert, zorg je voor betere toegankelijkheid en valorisatie van kennis. Daarom is het belangrijk om het Open Access beleid in beschouwing te nemen wanneer je voor een tijdschrift kiest. 

Er zijn veel vooroordelen over Open Access tijdschriften, zoals dat de kwaliteit daarvan minder is dan van tijdschriften met een betaald abonnement. Dit is echter één van mythes over Open Access. Open Access tijdschriften met of zonder publicatiekosten gebruiken vaak dezelfde peer-review procedures en vragen dezelfde experts om artikelen te reviewen als tijdschriften met abonnementen. OA tijdschriften zijn meestal jonger dan tijdschriften zonder OA beleid omdat Open Access redelijk nieuw is. Daarom hebben OA tijdschriften tijd nodig om een eigen reputatie op te bouwen.   

Publiceren en auteursrecht

Bij het publiceren van je onderzoek moet je ook rekening houden met de richtlijnen van De Haagse Hogeschool omtrent auteursrechten, het behoud van je rechten en de Creative Commons licentie (onder welke voorwaarden mag een werk hergebruikt worden?). Meer informatie hierover vind je op de pagina Auteursrecht.

ISBN-procedure

De ISBN-procedure voor lectoratenpublicaties is op dit moment als volgt:

De management-assistent (i.s.m. de onderzoeker) vult de metadata in op het formulier op de site van ISBN

De kosten worden betaald door de lectoratenkostenplaats (net als alle andere kosten die gemaakt worden om een boek zelf te maken, zoals opmaak en het drukken)

De management-assistent geeft het ISBN-nummer door aan Traffic, ofwel vult traffic@hhs.nl in op het formulier zodat Traffic het rechtstreeks ontvangt
Vervolgens zo mogelijk:

De management-assistent of onderzoeker voert de publicatie in op Sharepoint Onderzoek Lectoraten waarna de HB een alert ontvangt voor stap 5

De HB plaatst de publicatie zo mogelijk (afhankelijk van de auteursrechten) in de HBO- K waardoor de publicatie vindbaar is via Google Scholar en ook beschikbaar in Netherlands Research Portal.

Bij publicaties bij een externe uitgever (anders dan HHs of Eburon) regelt de uitgever het ISBN-nummer en draagt het de kosten ervan.

 

Open Access publiceren

Algemeen

Met de toenemende digitalisering zijn nieuwe manieren mogelijk om onderzoek met anderen te delen. Met name in de universitaire wereld heeft dat geleid tot een herbezinning op de rol van wetenschappelijk publiceren. Alle Nederlandse hogescholen en universiteiten (en zeer veel buitenlandse universiteiten) hebben inmiddels de Berlin Declaration ondertekend. Een verklaring waarin ze het basisprincipe van Open Access (OA) onderschrijven:

Wetenschappelijke publicaties moeten, zeker als ze gefinancierd zijn met publieke middelen, kosteloos en snel toegankelijk zijn voor iedereen met een internetverbinding. Deze vrije toegankelijkheid zorgt voor een groter publieksbereik en versterkt de kenniscirculatie.

Veel onderzoekers zien het nut van Open Access in. Maar weten niet precies wat zij daarvoor moeten doen. De eerste stap voor het toegankelijk maken van onderzoeksresultaten is het zorgvuldig omgaan met je rechten als auteur. Zorg er bijvoorbeeld voor dat je het recht hebt om je publicatie te mogen gebruiken binnen de eigen instelling of de postprint op je eigen website te publiceren of op te laten nemen in een repository. (Zie hierboven.)

Er zijn diverse manieren om publicaties open toegankelijk te maken.

  • Publiceren in Open Access repositories (de zogenaamde groene route)
  • Publiceren in Open Access journals (de zogenaamde gouden route)
Publiceren in Open Access repositories

Plaats je publicatie in een digitaal Open Access-archief (‘repository’), dat beheerd wordt door je instelling. Je kunt bij je repository-beheerder informeren hoe dat in zijn werk gaat. Met toestemming van de uitgever kun je de postprint van je publicatie in de repository plaatsen en anders de preprint. Soms kan er dan wel sprake zijn van een embargo-periode. Onderwijsinstellingen kunnen werken met een institutionele repository (toegang beperkt tot de eigen instelling) en/of een nationale repository (toegang openbaar). De nationale repository voor het hbo is de HBO-Kennisbank: http://hbo-kennisbank.nl. De nationale repository voor het wo is Netherlands Research Portal: https://netherlands.openaire.eu/

Voor onderzoekers is het van belang om te publiceren met een (wetenschappelijk erkend) gerenommeerd uitgever. Het is mogelijk om een publicatie zowel via een uitgever te publiceren als om het vrij beschikbaar te stellen via een Open Access repository. Als auteursrechthebbende kun je zelf bepalen wie je welke rechten geeft. Je kunt met je uitgever een licentie afsluiten dat de uitgever alle rechten krijgt die nodig zijn voor publicatie. In deze licentie kan worden overeengekomen dat de publicatie ook openbaar wordt gemaakt via een Open Access repository (direct of na een embargo-periode). Steeds meer uitgevers gaan hiermee akkoord. Ook als een uitgever vast houdt aan de overdracht van auteursrecht, is het vaak wel toegestaan om de publicatie (soms wel alleen de preprint) beschikbaar te stellen via repository. Het aantal uitgevers dat hiermee akkoord gaat neemt toe.

Publiceren in Open Acces journal

Lever je publicatie aan bij een Open Access-tijdschrift. De Directory of Open Access Journals (www.doaj.org) geeft een overzicht van meer dan 6000 tijdschriften met kwaliteitscontrole (‘peer-reviewed’). Elke maand weer verschijnen er nieuwe tijdschriften online. Het aantal digitale Open Access tijdschriften neemt toe en dus ook de mogelijkheden om daarin te publiceren.

Er wordt ook vaker geëxperimenteerd met hybride modellen: digitale tijdschriften waarin naast ‘gewone’ artikelen ook Open Access artikelen zijn opgenomen. Meer en meer uitgevers bieden deze mogelijkheid aan: BioMed Central, Springer Open, Wiley Open Access, etc.

De website SHERPA RoMEO biedt informatie over het beleid van een groot aantal uitgevers op het gebied van auteursrecht en Open Access.

Open access publiceren in de HBO Kennisbank

Open access publiceren in de HBO Kennisbank

De HBO Kennisbank is de etalage van 25 grote HBO-scholen in Nederland, ook van De Haagse Hogeschool. Hier zijn voor iedereen gratis scripties van studenten en publicaties van onderzoekers in te zien: in totaal al meer dan 50.000. Er kunnen verschillende CC-licenties gelden, maar het streven cq. de eis vanaf 2020 is steeds meer CC BY-licenties en open access. Voor de HBO Kennisbank wordt o.a. samengewerkt door SURF, de Vereniging Hogescholen, de KB, DANS, SiA, het HON en de SHB. De HB Kennisbank heeft het predikaat institutionele “Trusted Repository” (vaak een eis voor subsidieverstrekkers) en geldt als een archief in termen van uitgevers-voorwaarden voor groen open access.

Op de HBO Kennisbank kan een diversiteit aan publicatietypes worden aangemeld: van conferentiebijdragen en filmpjes tot artikelen en boeken (boekdelen).

Er is bovendien geen limiet in aantal aan te melden publicaties, Er is ook geen limiet in bewaartermijn: dus ook als een lectoraat is opgeheven blijven de publicaties gewoon te zien.

Als een publicatie van een medewerker in de HBO Kennisbank te zien is wordt die ook zichtbaar op het academische platform NARCIS via de lectoraten of via de titel/onderwerp van de publicatie, en (via NARCIS) ook op Google Scholar (voorbeeld lector Vincent Smit in NARCIS). Tot slot wordt het duurzaam opgeslagen in het e-depot van de KB).

In vermoedelijk 2020/2021 zal de HBO Kennisbank kwa onderzoekspublicaties opgaan in een nieuw “Nationaal Platform Praktijkgericht Onderzoek”.

Welke publicaties van mij mogen nu al op de HBO Kennisbank?

Daar heeft de bibliotheek een mooi hulpmiddel voor ontwikkeld dat erbij helpt om dat uit te zoeken: het “Stappenplan Open Access”, neem hiervoor contact op met de bibliotheek.

Hoe krijg ik mijn publicaties op de HBO Kennisbank?

Als een publicatie op de HBO Kennisbank mag worden gezet is de voorkeur-aanlevermethode op dit moment nog via het Publicatie-Aanmeldformulier, ook te vinden via:

Medewerkersnet -> Startpagina -> Direct naar en op  Bibliotheek -> Zoeken en vinden -> Scripties en Publicaties.

Dit formulier lijkt omvangrijk maar is speciaal bedoeld om de publicatie zo snel mogelijk op de HBO Kennisbank te kunnen zetten met de juiste metadata. Door zoveel mogelijk metadata mee te geven (zoals bv. trefwoorden, een lekensamenvatting en de CC-licentie) kan de publicatie beter gevonden worden en worden gebruikt. Let er ook goed op dat de juiste versie wordt meegestuurd (pre-print/auteursversie, postprint of de uitgeversversie), incl. evt. verplichte uitgeversvermeldingen en –verwijzingen.

Als het om veel publicaties gaat neem dan even contact op met de bibliotheek.

Archiveerbeleid van uitgevers

Uitgevers van tijdschriften waarin onderzoekspublicaties worden gepubliceerd, kunnen onder bepaalde voorwaarden auteurs de mogelijkheid bieden om een specifieke versie van hun onderzoekspublicatie open access te archiveren in een repository (groene route). Bij De Haagse Hogeschool betekent dit dat de onderzoekspublicatie in de HBO Kennisbank kunnen worden geplaatst. Hieronder meer over welke versies van onderzoekspublicaties er kunnen zijn, de meest voorkomende voorwaarden en waar je het beleid van uitgevers kunt vinden.

Sherpa Romeo

Een manier om tot een tijdschriftenselectie te komen waar je in wilt publiceren is door te kijken naar het open access- en copyrightbeleid van traditionele- en hybride (gemengd open access en niet-open access) tijdschriften en van uitgevers. Hier voorziet Sherpa Romeo in. Per uitgever en per journaltitel  is te zien wanneer (“embargotermijn”) welke versie (preprint, postprint, uitgeversversie) waar opgenomen mag worden (met name op de HBO Kennisbank), nadat je artikel in dat specifiek tijdschrift is gepubliceerd, met daarbij evt. nog specifieke voorwaarden. Zo zou je bijvoorbeeld kunnen overwegen in een tijdschrift te publiceren waar je direct ook een preprint in de HBO Kennisbank mag laten plaatsen.

Dubieuze uitgevers

Er zijn ook uitgevers met een dubieuze reputatie die direct contact zoeken en publicatiekosten (APC’s) vragen zonder hiervoor fatsoenlijke redactionele diensten en peer-review te organiseren, de zgn. ‘predatory uitgevers’, die alleen geld willen verdienen.

Je kunt hiervoor de Thirteen ways to spot a ‘predatory journal’ van de Times Higher Education (THE) uit 2017 voor gebruiken. Enkele van de 13 tips: een uitgever met een solide academische reputatie zal u nooit rechtstreeks vragen om bij hen te publiceren; het verdachte tijdschrift beslaat een breed wetenschapsgebied met merkwaardige combinaties; de website bevat taalfouten en vage afbeeldingen en is er vooral op gericht bijdragen van auteurs te krijgen met een belofte van een snel peerreview-proces; de Index Copernicus Value (ICV) wordt op de website gepromoot.

Versies

Uitgevers maken vaak onderscheid tussen drie primaire versies van een publicatie:

  • Pre-print versie: de versie van de publicatie zoals ingediend bij de uitgever (voorafgaand aan het (peer) review-proces), ook wel aangeduid als de auteursversie
  • Post-print versie: de versie van de publicatie zoals aanvaard voor publicatie (deze versie kan eventuele wijzigingen omvatten die zijn gesuggereerd als gevolg van het (peer) reviewproces)
  • Uitgeversversie: de versie van de publicatie zoals wordt gepubliceerd, met het logo en/of de opmaak van de uitgever
Voorwaarden

Uitgevers kunnen voorwaarden stellen aan deze open access route, zoals een embargoperiode. Dan mag de publicatie pas in de repository worden geplaatst na een bepaalde tijd na de publicatiedatum in het tijdschrift. Deze embargoperiode is meestal afhankelijk van welke versie: de pre-printversie mag meteen in de repository geplaats worden, maar de post-print versie pas na x maanden. Andere voorwaarden kunnen bijvoorbeeld zijn dat er een link naar de site van de uitgever moet worden vermeld.

Vindplaats beleid

Check de website van de uitgever om te kijken welk beleid er wordt gevoerd met betrekking tot auteursrechten en het archiveren van publicaties. Kijk bij ‘Instructions for authors’, ‘Open Access Policy’ of ‘Archiving conditions’. Het gaat dan specifiek om de mogelijkheid om open access te publiceren via de groene route in een institutionele repository.

SHERPA/RoMEO is de belangrijkste database met het beleid van uitgevers op het gebied van Open Access. RoMEO staat voor RightsMEtadata for Open Archiving. De databank maakt het mogelijk om op een uniforme en overzichtelijke wijze na te kijken welke Open Access mogelijkheden een specifiek tijdschrift biedt.

De Nederlandse landelijke Open Access Journal Browser geeft een overzicht van tijdschriften waarin open access gepubliceerd kan worden en je vindt er ook het archiefbeleid van de uitgevers. Via de homepagina van openaccess.nl kun je direct zoeken in de Open Access Journal Browser.