Het Nationaal Cyber Security Centrum stuurde felicitaties. Defensie zond meteen een aantal medewerkers als student voor de eerste lichting. Je kunt dus met recht zeggen dat de NVAO-accreditatie van de masteropleiding Cyber Security Engineering ook buiten De Haagse Hogeschool de aandacht trok. Met deze master of science onderscheidt de hogeschool zich in meerdere opzichten. Een gesprek met Marcel Spruit, lector Cyber Security and Safety. Samen met zijn kenniskring ontwikkelde hij de masteropleiding.

Die aandacht is er niet zonder reden. Want informatiebeveiliging staat wereldwijd onder grote druk van steeds inventiever wordende criminele bendes. Niet voor niets heeft De Haagse Hogeschool al heel vroeg een lectoraat hieraan gewijd. Later is dat lectoraat ingebed in het Centre of Expertise Cyber Security. 
Dat de urgentie groot is om op het gebied van cybersecurity onderzoek te doen en kennis te ontwikkelen, blijkt ook uit het feit dat De Haagse nauw samenwerkt met The Hague Security Delta en met de Cyber Security Academy. De hogeschool heeft zich uitgesproken voor het ontwikkelen van zo goed mogelijke masterprogramma’s op het gebied van informatiebeveiliging. Marcel Spruit: “Die intentie hebben we nu voor het eerst waar kunnen maken. Het is voor De Haagse Hogeschool de eerste geaccrediteerde master of science. En het is in Nederland de eerste geaccrediteerde post-initiële master of science op het gebied van cybersecurity, gericht op studenten die al actief zijn in het werkveld.”

Gelijk een groot draagvlak

Er zijn opleidingen die een paar pogingen nodig hebben, voordat de NVAO de accreditatie wil verlenen. “In ons geval gebeurde dat heel soepel al bij de eerste poging,” vertelt Marcel trots. “Wij hebben bij de ontwikkeling van de master een van de informatiebeveiligingsprofielen als uitgangspunt genomen die het Platform voor Informatiebeveiliging heeft ontwikkeld en vastgesteld. Dat platform representeert de hele community van informatiebeveiligers. De profielen zijn vastgesteld in nauwe samenwerking met onder meer de grote banken, verzekeraars, consultancybedrijven en de rijksoverheid. Door zo’n profiel als uitgangspunt te nemen en daarbij een masteropleiding te ontwikkelen, hebben we direct een groot draagvlak in de wereld van cybersecurity. De NVAO noemde dit als een pluspunt. We hebben laten zien dat het kan, om een masteropleiding te maken op basis van een standaardprofiel.” 

Onderzoeksvaardigheden

Het lectoraat Cyber Security and Safety heeft twee onderzoeksdomeinen: cybersecurity én de menselijke factor. Bij dat laatste neemt het lectoraat ook kwalificatie en onderwijsontwikkeling mee. Marcel: “Het ontwikkelen van een opleiding is voor ons lectoraat dus al een expertise. We hebben weinig tot geen expertise van buiten in hoeven te vliegen. Het ontwikkelteam bestond uit de kenniskring, een zeer inhoudelijk team.”

De studenten hebben die kennis ook gelijk hard nodig, om het hoofd te kunnen bieden aan de actuele problemen waarmee zij in het werkveld te maken krijgen

De Haagse Hogeschool streeft naar een verbinding tussen onderzoek en onderwijs. Hoeveel aandacht krijgen de onderzoeksvaardigheden in de masteropleiding Cyber Security Engineering? Marcel: “Erg veel aandacht. De studenten die zich aanmelden, hebben al een aantal jaren een baan in de IT of de cybersecurity. Ze hebben een bacheloropleiding gevolgd die zich vooral richt op het werkveld en waarin onderzoeksvaardigheden vaak geen hoofdrol spelen. Die lacune vullen we in de masteropleiding op.”

Rol van kenniscentrum

Hij vindt het volstrekt logisch dat kenniscentra een grote rol krijgen in de ontwikkeling van hogeschoolmasters. “Een hogeschool vindt een onderwerp van onderzoek belangrijk als zij daar een kenniscentrum voor vormt. Het kenniscentrum beschikt over de actuele kennis om op basis daarvan een masteropleiding te ontwikkelen. De masterdocenten kunnen in het kenniscentrum hun kennis continu actueel houden. En de studenten die je trekt met de masteropleiding kun je vervolgens weer inzetten voor de onderzoeksthema’s van het kenniscentrum.”

Frontonderzoek

De verwevenheid tussen masteropleiding en kenniscentrum is dus groot. Wat hebben de studenten daaraan? Marcel Spruit: “Zij krijgen les van docenten die ook lid zijn van de kenniskring, dus van onderzoekers. Wetenschappelijk onderzoek moet altijd frontonderzoek zijn, onderzoek dat nog niemand eerder heeft gedaan. De docenten brengen de resultaten van hun eigen frontonderzoek in de masteropleiding in. Daarnaast maakt de opleiding op deelgebieden gebruik van specialisten, van mensen die in het dagelijks werk met niets anders bezig zijn dan met cybersecurity engineering. Kortom, dankzij die verwevenheid kunnen we de studenten de meest actuele kennis leveren. Zij passen de opgedane kennis direct toe in hun baan. Ze hebben die kennis ook gelijk hard nodig, om het hoofd te kunnen bieden aan de actuele problemen waarmee zij in het werkveld te maken krijgen.”

Marcel is als lector de primus inter pares te midden van zijn kenniskringleden. Samen ontwikkelden zij de masteropleiding. Wat doet de accreditatie ervan met hem persoonlijk? “Het voelt alsof ik zelf een soort masterproef heb afgelegd. We zijn daarin geslaagd. Het is gelukt. Dat is een geweldig gevoel.”