Het project SUSTainable Artistic INnovation (SUSTAIN) van lectoraat Change Management heeft onlangs financiering uit het programma RAAK-mkb van SIA toegekend gekregen. In een RAAK-mkb onderzoek staat een vraag uit het mkb centraal. Hogescholen en andere kennisinstellingen en minimaal 6 mkb’ers doen in een consortium onderzoek naar praktisch toepasbare oplossingen voor de vraag. Oplossingen kunnen de vorm hebben van een prototype, een nieuwe werkwijze of een ander toepasbaar resultaat.

SUSTAIN: SUSTainable Artistic Innovation

Zowel bij ondernemers als onder kunstenaars zien we steeds meer initiatieven gericht op de ontwikkeling van een ‘volhoudbare’ economie. Partijen uit deze domeinen zoeken manieren om een generatieve economie te bewerkstelligen die – anders dan een extractieve economie (‘de economie van het leegtrekken’) – sociaal rechtvaardig en ecologisch duurzaam wil zijn.

Omdat kunstenaars en ondernemers in hun zoektocht naar innovaties-met-impact verschillende kwaliteiten inbrengen, wordt veel verwacht van samenwerking tussen de twee sectoren. In de praktijk echter is synergie eerder regel dan uitzondering. De grote verschillen tussen de twee ‘innovatiesferen’ leiden vooralsnog tot meer gedoe dan complementariteit. In het vraagarticulatietraject dat ten grondslag ligt aan SUSTAIN kwam naar voren dat hier een belangrijke rol is weggelegd voor zogeheten innovatiebrokers: derde partijen die werelden van ondernemerschap en kunst op duurzame wijze met elkaar weten te verbinden. In SUSTAIN onderzoekt lectoraat Change Management samen met verschillende partners hoe de body of knowledge en het handelingsinstrumentarium van deze innovatiebrokers te verrijken is. Door met praktijkgericht onderzoek juist in deze beroepsgroep te investeren, hopen we een hefboomeffect richting de volhoudbare economie te creëren: we dragen bij aan de effectiviteit van de samenwerking tussen de innovatiesferen kunst en ondernemerschap.

De hoofdvraag luidt: Wat kunnen innovatiebrokers op het snijvlak van kunst en ondernemen in de verschillende fases van het innovatietraject leren en doen om de synergie van de samenwerking tussen ondernemers en kunstenaars te vergroten en zo een duurzame bijdrage te leveren aan de transitie richting een volhoudbare economie? Gedurende het onderzoek ontwikkelen we een gefundeerd Brokers Kenniscanvas dat beschrijft welke vraagstukken zich aandienen in samenwerkingsverbanden tussen kunstenaars en ondernemers en hoe de innovatiebrokers die vraagstukken hanteerbaar en productief kunnen maken. We richten ons welbewust op het ‘gedoe’ in de samenwerking en ontwikkelen vóór en mét de innovatiebrokers kennis over hoe vandaaruit synergie te realiseren.

Partners in dit project zijn: Avans Hogeschool en MKB-partners: Waag Society, STROOM, Baltan Laboratories, ART partner, In4Art en consortiumpartner: ECP | Platform voor de InformatieSamenleving.

Leukfeldt_Kuijlenburg

Groot deel van Nederland

‘Een gemeentelijk offensief ter preventie van slachtofferschap van cybercrime’. Dat klinkt nogal massief. Rutger: “De Haagse en Saxion hebben dit onderzoek gedaan in een consortium met veel individuele gemeenten en al bestaande samenwerkingsverbanden tussen gemeenten en veiligheidsallianties. Dan hebben we het over meer dan honderdvijftig gemeenten. Dus een groot deel van Nederland. Cyberweerbaarheid leeft enorm onder gemeenten. Zij zeggen: ‘We moeten wat, maar we weten niet wat’. De behoefte aan interventies is dus groot.”

Van ondernemers tot money mules

Het onderzoeksconsortium van De Haagse en Saxion heeft de gemeenten geholpen door te focussen op vier doelgroepen. Twee daarvan – ondernemers en zogenoemde money mules of geldezels – waren onderwerp van onderzoek bij De Haagse. In beide gevallen staat de menselijke factor centraal. Rutger: “We hebben ondernemers aan buddy’s gekoppeld die hun cyberweerbaarheid hebben vergroot. En we hebben tienduizenden jongeren bereikt – vaak met een schuldenproblematiek – die reageerden op een prikkelende nepadvertentie. Daarin werd hun beloofd dat zij snel geld konden verdienen. Ze hoefden alleen maar hun bankpasje te gebruiken om crimineel geld wit te wassen. Die advertentie hadden we nagemaakt. Toen zij op de link klikten, kwamen ze niet in contact met een crimineel maar kregen ze een heldere, voorlichtende tekst van ons in beeld, met daarin verwijzingen naar schuldhulpinstanties.”

De R-ladder 

Rachel Kuijlenburg speelde met het onderzoek over circulaire bedrijfsvoering op een andere manier in op de behoeften van de maatschappelijke partners. Maar de behoefte aan passende interventies is in haar onderzoek evenzeer aanwezig als in dat van Rutger. Rachel: “Ik heb eerder onderzoek gedaan bij de Dienst Justitiële Inrichtingen naar de invloed van voeding op detentie en naar de relatie tussen schoonmaken en detentie. Als je bij de rijksoverheid vraagt naar verduurzaming, is er altijd wel beleid. Maar hoe de mensen dat beleid tactisch en operationeel vorm moeten geven, weten ze vaak niet. Er is ook bij hen een duidelijke handelingsverlegenheid.”

Een circulaire bedrijfsvoering is geënt op de strategieën van circulariteit in de R-ladder. De R bovenaan kost het minst aan grondstoffen, de R onderaan het meest. “Dan gaat het van refuse en rethink naar reducereuserepairrefurbishremanufacturingrepurpose en recycling. Welke R kun je koppelen aan beleidsniveau, welke aan het tactisch niveau en welke aan het operationeel niveau? En hoe doe je dat dan? Hoe voorkom je verspilling? Hoe zorg je ervoor dat grondstoffen pas in laatste instantie afval worden? Voordat we die vragen konden beantwoorden in een besturingsmodel, hebben we 100-procentsmetingen gedaan op tienduizend kilo afval. Waar in de bedrijfsvoering is dit afval grondstof? Waar wordt het opeens afval? En hoe kun je dat voorkomen?”

Geen excuus meer

Het onderzoek heeft geleid tot een besturingsmodel met protocollen. “Die hebben we toegepast op veel casussen. We zijn ervan overtuigd dat we na ruim twee jaar onderzoek zoveel casuïstiek aan de protocollen hebben verbonden, dat we daarmee de handelingsverlegenheid van mensen binnen de rijksoverheid kunnen wegnemen. Met dit model is er geen excuus meer om niet aan de slag te gaan met verduurzaming.” 

Mooi momentum

Het SIA erkent in beide projecten de hoge kwaliteit van praktijkgericht onderzoek. Of de nominatie op het SIA-congres op 17 november aanstaande leidt tot de award is koffiedik kijken. Rutger: “Zo’n nominatie laat in ieder geval de samenleving zien dat we super relevant hoogwaardig praktijkgericht onderzoek doen met veel partners uit de samenleving en met studenten.” De nominaties zijn een mooi momentum om met dat onderzoek naar buiten te treden.

Arie Verhoef