Wie in zijn prullenbak kijkt, ziet dat het merendeel van het afval bestaat uit verpakkingsmateriaal. En dan vooral verpakkingen van voedingsmiddelen. Want ja: boter, spaghetti en afhaalmaaltijden zijn nu eenmaal niet los te vervoeren. Om te zorgen dat al die verpakkingen het milieu zo min mogelijk belasten, werken wij in het consortium Goed Verpakt hard aan duurzaamheidsinnovaties. Onze studenten bedenken in verschillende minors samen met bedrijven hoe ze de verpakkingsindustrie kunnen omdraaien. Student Anne en opdrachtgever Jos vertellen over hun ervaring.

Anne van Gelderen volgt de opleiding Industrieel Productontwerpen (IPO). Zij deed twee minors op het gebied van verpakkingen. Ze vertelt: “Vooral in de tweede minor heb ik veel geleerd. Het bedrijf Royal Smilde was op zoek naar een goed alternatief voor de single use plastic margarinekuipjes, die ze bijvoorbeeld verkopen aan hotels. Bij de materiaalkeuze moesten we niet alleen rekening houden met duurzaamheid, maar ook met de interactie met het product. De eigenschappen van margarine kunnen bijvoorbeeld veranderen als er licht bij komt. We moesten dus op zoek naar materiaal dat ondoorzichtig is én zo duurzaam mogelijk. We kwamen uit op cellofaan. Dat is 100 procent biologisch afbreekbaar en je kunt het ondoorzichtig maken.”

Royal Smilde infographic

Processen en het speelveld snappen

Annes projectgroep, allemaal internationale studenten van verschillende opleidingen, nam ook andere overwegingen mee in het ontwerp. Zo hebben ze gekozen voor een vorm die goed stapelbaar is, voor zo min mogelijk loze ruimte tijdens het transport. Jos van Mil van het bedrijf Greenco zag een zelfde soort ontwikkeling bij studenten die aan de slag gingen voor ‘zijn’ Tommies snoeptomaatjes. “Mooi dat studenten tijdens dit traject gaan inzien met hoeveel zaken je rekening moet houden. Het gaat niet alleen om een mooie verpakking. Je hebt ook te maken met logistiek, de wensen van retailers, de verwachtingen van klanten, noem maar op. Daarom nodigen we studenten van de minor hier op het bedrijf uit, zodat ze ons speelveld en ook onze productieprocessen snappen. Dat ze bijvoorbeeld zien: voor mijn ontwerp is een andere vulmachine nodig. En dat ze vervolgens kunnen uitrekenen wat die investering doet met de kostprijs.”

Consumenten aanspreken

Anne leerde tijdens de minors dat je met kleine ontwerpaanpassingen al veel verschil kunt maken. “In de eerste minor ontwierpen we herbruikbare foodbakjes voor op festivals. Door aan de onderkant een bolling te maken in de vorm van een been, werden ze ineens véél gebruiksvriendelijker. Zo kun je ze makkelijk op schoot zetten en rustig eten. Om te zorgen voor enthousiaste consumenten en succesvolle verpakkingen, is gebruiksvriendelijkheid dus ook belangrijk.” “Net als herkenbaarheid”, vult Jos aan. “Consumenten zijn gewend dat hun product in een bepaalde verpakking zit, en na de verandering grijpen ze wellicht een paar keer mis. Daar worden retailers vervolgens weer zenuwachtig van want de verkoopcijfers dalen. Daarom zou ik het mooi vinden als we ook supermarktketens bij het consortium kunnen betrekken. Zij bepalen uiteindelijk toch wat er in de schappen komt.”

Poster sustainable packaging

Frisse ideeën

Voor Tommies zat het ei van Columbus zat er nog bij, maar het werk van de studenten zorgt wel voor veel inspiratie. Jos: “Zij kijken toch weer heel anders dan wij en dat levert frisse ideeën en denkrichtingen op. En bepaalde duurzaamheidsberekeningen die studenten deden, daar stond ik echt van te kijken. Op onze beurt nemen wij hen mee in onze denkwijze en wat wij al hebben geprobeerd. Zo inspireer je elkaar. Al met al denk ik dat dit soort trajecten voor heel veel bedrijven interessant kunnen zijn. Wij gaan er in elk geval zeker mee door.”