“Co-creatie is goed voor ons commitment aan de organisatie” 

 Joost Muiser houdt zich als adjunct-directeur Facilitaire Zaken & IT  onder andere bezig met impactvolle thema’s zoals vernieuwing van de werk- en leeromgeving, smart building, campusontwikkeling en energietransitie. “Als ik over de ambities vertel, merk ik dat studenten en medewerkers hier enthousiast van worden. Precies daar ligt dan het begin van de co-creatie die zo’n grote plaats heeft gekregen in het nieuwe Instellingsplan van De Haagse Hogeschool.” 

Joost Muiser doet zijn werk samen met een fantastisch team. “Dat team is actief op operationeel, tactisch en strategisch niveau. Dit gaat van catering en schoonmaak tot aan vastgoedbeleid, integrale veiligheid en inkoop. We zijn bezig met de vraag van vandaag en morgen, maar ook met de vraagstelling en sturing hoe we onze panden over tien jaar inzetten. Ontzettend divers, dynamisch maar tegelijk soms tamelijk complex.” 

Huisvesting 

Gevraagd naar zijn prioriteiten zegt hij: “Het gaat niet om mijn prioriteiten of die van het team, maar om de prioriteiten van de hogeschoolorganisatie. In het nieuwe Instellingsplan profileert De Haagse zich op meerdere belangrijke thema’s. Die zullen ook hun weerslag hebben op Facilitaire Zaken. Het gesprek dat ik nu met het College van Bestuur voer, is waar we de komende zes jaren onze facilitaire focus gaan leggen en hoe we die focus vertalen naar de werkvloer. Waarbij er een verhouding is tussen kwalitatieve en kwantitatieve doelen in een veranderende maar voorspelbare omgeving. Voor mijzelf is het meerjarenhuisvestingsplan een belangrijk onderwerp. De hogeschool heeft meerdere panden, in eigendom en in huur. Hoe gaan we daarmee om? Ik ben vaak te vinden in Poseidon, nu grotendeels een kantoorpand. Wellicht krijgt dat in de toekomst een andere invulling.” 

Zaak van ons allen 

“De richting die in het  Instellingsplan is bepaald, is een resultaat van een collectieve inspanning. Veel mensen hebben daarover meegedacht. De implementatie van die thema’s is ook een zaak van ons allemaal. We moeten daarin nog meer de verbinding zoeken. Kijk eens naar de verschillende kenniscentra die we hebben. Een bundeling van experts met diverse specialismes. Waarom zouden we externen inhuren als we ook gebruik kunnen maken van de expertise van de kenniscentra? Samen aan mooie dingen werken. Natuurlijk, iedereen heeft zijn eigen agenda wat betreft tijd en doelen. Misschien gaat het proces hierdoor op een andere manier. Maar we maken wel dingen met elkaar. Dat is goed voor ons commitment aan elkaar en aan de organisatie. We onderschatten vaak hoeveel we zelf al in huis hebben aan kennis en kunde.”

Veranderende vraag 

“De implementatie is een leerproces. Over zes jaar zullen we niet zeggen: we hebben alles gerealiseerd. Ik denk dat de vraag continu verandert. Het is de kunst om als organisatie continu te anticiperen op die veranderende vraag. Neem huisvesting als voorbeeld. Niemand van ons had de enorme vraag naar hybride ruimtes kunnen voorzien. Opeens werden we geconfronteerd met corona en werd die vraag urgent. Kijk ik naar het meerjarenhuisvestingsplan, dan weet ik dat de stip op de horizon in kwalitatieve zin misschien meerdere malen zal worden verplaatst de komende jaren En dat is oké. We dienen wendbaar te zijn. Maar wel met de stip op de horizon. En wel handelend vanuit de bedoeling. In dat lerend proces zullen mogelijk fouten worden gemaakt worden. Prima, als we er maar van willen leren en als die leerpunten dan ook tot verbeteringen leiden.”  

Het is de kunst om als organisatie continu te anticiperen op die veranderende vraag

Joost constateert dat de energietransitie een trein is die al rijdt. “Richting het eindresultaat moeten we nog wel veel stappen zetten. Het is geweldig dat we dat samen kunnen doen met onderwijs en onderzoek, waaronder Kenniscentrum Mission Zero. Dat we hiermee gebruik kunnen maken van ons lerend vermogen als kennisinstelling. In de gesprekken die ik her en der in alle lagen van de organisatie voer, merk ik dat velen de wil en de motivatie hebben om op die rijdende trein te springen.” 

Campusontwikkeling 

Inschakelen van het eigen lerend vermogen wordt tevens relevant als het gaat om de campusontwikkeling. “Dan hebben we het over de gebiedsontwikkeling vanuit de gemeente Den Haag. Enerzijds over woontorens met onder andere studentwoningen, anderzijds over de vergroening. De omgeving vanaf Holland Spoor tot aan het water wordt vergroend. Daar willen we ons als hogeschool in positioneren. Hoe wil De Haagse in de stad Den Haag staan? Maar wat impliceert die vraag nou specifiek? Om daarop een concreet antwoord te krijgen, dienen we als instelling hier nog een stap in te zetten. Leren van elkaars kennis, kunde en inzichten. Het nieuwe Instellingsplan benadrukt wat mij betreft nog eens extra dat we het voor elkaar en met elkaar doen.”