De RAAK-award is in Nederland dé prijs voor praktijkgericht onderzoek aan hogescholen. Ieder jaar kiest het SIA een winnaar uit zes genomineerde projecten. Dit jaar zijn twee van de zes projecten uitgevoerd aan De Haagse, een mooie waardering!

Nu we het onderzoek hebben gefocust binnen kenniscentra, kunnen we meer slagkracht ontwikkelen in kwalitatief hoogwaardig onderzoek. Een gesprek met Rutger Leukfeldt en Rachel Kuijlenburg, de onderzoeksleiders van de twee genomineerde projecten. Over de menselijke factor in cybersecurity en over circulaire bedrijfsvoering.

Stel, je bent onderzoeker aan een hogeschool en je zoekt een bekostiging voor een prachtig onderzoek met een maatschappelijke meerwaarde. Dan kun je aankloppen bij het Regieorgaan SIA. Dit verleent zogenoemde RAAK-subsidies aan hbo-onderzoeksprojecten. Eén keer per jaar nomineert het SIA zes van die gesubsidieerde projecten voor de RAAK-award die wordt uitgereikt op het SIA-congres.

Dit jaar zijn twee nominaties gegaan naar De Haagse Hogeschool: één voor het project ‘Circulaire bedrijfsvoering: facility management en ecologie in balans’ onder leiding van Rachel Kuijlenburg en één voor het project ‘Cyberweerbaarheid: een gemeentelijk offensief ter preventie van slachtofferschap van cybercrime’ onder leiding van Rutger Leukfeldt en Remco Spithoven van Saxion. Rachel is docent bij de opleiding Facility Management en de master Integrale Bedrijfskunde en is als onderzoeker verbonden aan het kenniscentrum Mission Zero. Rutger is lector Cybercrime & Cybersecurity en directeur van het kenniscentrum Cyber Security. 

Leukfeldt_Kuijlenburg

Groot deel van Nederland

‘Een gemeentelijk offensief ter preventie van slachtofferschap van cybercrime’. Dat klinkt nogal massief. Rutger: “De Haagse en Saxion hebben dit onderzoek gedaan in een consortium met veel individuele gemeenten en al bestaande samenwerkingsverbanden tussen gemeenten en veiligheidsallianties. Dan hebben we het over meer dan honderdvijftig gemeenten. Dus een groot deel van Nederland. Cyberweerbaarheid leeft enorm onder gemeenten. Zij zeggen: ‘We moeten wat, maar we weten niet wat’. De behoefte aan interventies is dus groot.”

Van ondernemers tot money mules

Het onderzoeksconsortium van De Haagse en Saxion heeft de gemeenten geholpen door te focussen op vier doelgroepen. Twee daarvan – ondernemers en zogenoemde money mules of geldezels – waren onderwerp van onderzoek bij De Haagse. In beide gevallen staat de menselijke factor centraal. Rutger: “We hebben ondernemers aan buddy’s gekoppeld die hun cyberweerbaarheid hebben vergroot. En we hebben tienduizenden jongeren bereikt – vaak met een schuldenproblematiek – die reageerden op een prikkelende nepadvertentie. Daarin werd hun beloofd dat zij snel geld konden verdienen. Ze hoefden alleen maar hun bankpasje te gebruiken om crimineel geld wit te wassen. Die advertentie hadden we nagemaakt. Toen zij op de link klikten, kwamen ze niet in contact met een crimineel maar kregen ze een heldere, voorlichtende tekst van ons in beeld, met daarin verwijzingen naar schuldhulpinstanties.”

De R-ladder 

Rachel Kuijlenburg speelde met het onderzoek over circulaire bedrijfsvoering op een andere manier in op de behoeften van de maatschappelijke partners. Maar de behoefte aan passende interventies is in haar onderzoek evenzeer aanwezig als in dat van Rutger. Rachel: “Ik heb eerder onderzoek gedaan bij de Dienst Justitiële Inrichtingen naar de invloed van voeding op detentie en naar de relatie tussen schoonmaken en detentie. Als je bij de rijksoverheid vraagt naar verduurzaming, is er altijd wel beleid. Maar hoe de mensen dat beleid tactisch en operationeel vorm moeten geven, weten ze vaak niet. Er is ook bij hen een duidelijke handelingsverlegenheid.”

Een circulaire bedrijfsvoering is geënt op de strategieën van circulariteit in de R-ladder. De R bovenaan kost het minst aan grondstoffen, de R onderaan het meest. “Dan gaat het van refuse en rethink naar reducereuserepairrefurbishremanufacturingrepurpose en recycling. Welke R kun je koppelen aan beleidsniveau, welke aan het tactisch niveau en welke aan het operationeel niveau? En hoe doe je dat dan? Hoe voorkom je verspilling? Hoe zorg je ervoor dat grondstoffen pas in laatste instantie afval worden? Voordat we die vragen konden beantwoorden in een besturingsmodel, hebben we 100-procentsmetingen gedaan op tienduizend kilo afval. Waar in de bedrijfsvoering is dit afval grondstof? Waar wordt het opeens afval? En hoe kun je dat voorkomen?”

Geen excuus meer

Het onderzoek heeft geleid tot een besturingsmodel met protocollen. “Die hebben we toegepast op veel casussen. We zijn ervan overtuigd dat we na ruim twee jaar onderzoek zoveel casuïstiek aan de protocollen hebben verbonden, dat we daarmee de handelingsverlegenheid van mensen binnen de rijksoverheid kunnen wegnemen. Met dit model is er geen excuus meer om niet aan de slag te gaan met verduurzaming.” 

Mooi momentum

Het SIA erkent in beide projecten de hoge kwaliteit van praktijkgericht onderzoek. Of de nominatie op het SIA-congres op 17 november aanstaande leidt tot de award is koffiedik kijken. Rutger: “Zo’n nominatie laat in ieder geval de samenleving zien dat we super relevant hoogwaardig praktijkgericht onderzoek doen met veel partners uit de samenleving en met studenten.” De nominaties zijn een mooi momentum om met dat onderzoek naar buiten te treden.

Arie Verhoef