Waarom heb je voor Toegepaste Wiskunde gekozen? Wist je al lang dat je dit wilde?

“Hiervoor deed ik twee andere opleidingen. Eerst deed ik Technische Wiskunde en daarna Computer Science, allebei aan de TU Delft. Ik wist dat ik een passie had voor wiskunde, maar ik vond het op de universiteit erg lastig door de theoretische aanpak. Om die reden ging ik Computer Science doen. Dit was iets meer gericht op de praktijk, maar nu vond ik weer dat er te weinig wiskunde was. Eigenlijk kwam ik hierna al snel op Toegepaste Wiskunde op De Haagse Hogeschool, voor mij de ideale balans tussen veel wiskunde en praktische toepassingen ervan. Achteraf wist ik dus al heel lang dat ik dit wilde, maar omdat ik normaal gesproken niet zo praktisch ingesteld ben, had ik dit nog niet eerder beseft.”

Wat vind je van de opleiding? Wat is leuk, wat valt tegen?

“De opleiding past wel bij mij en ik heb de afgelopen jaren met plezier gestudeerd. De docenten zijn heel behulpzaam en de stof is uitdagend en interessant. Tot nu toe valt eigenlijk weinig tegen. Soms is het ene vak beter georganiseerd dan het andere. Verder ben ik heel tevreden over de opleiding.”

Kun je iets vertellen over de verschillende projecten die je tijdens de opleiding hebt gedaan?

“In het eerste jaar heb je twee projecten: één optimaliseringsprobleem en één programmeerproject. In het tweede jaar heb je er drie. Daarvan zijn de raakvlakken statistiek, actuarieel rekenen en operationele research. Totaal heb ik dus vijf projecten gehad. Je hebt ook andere vakken waarbij je practica samen doet met een partner, maar dat zijn niet echt projecten en de opdrachten zijn vaak kleiner. Bij deze vijf werkte je echt in een groepje, had je een opdracht vanuit een opdrachtgever en moest je dus rekening houden met bepaalde eisen en wensen. Bij twee vakken moest je zelf een opdrachtgever vinden, dat was wel lastig. Ik heb door de projecten geleerd hoe ik het beste werk, wat mijn valkuilen zijn en op welke momenten ik productief ben. Vooral het samenwerken met anderen en taken verdelen is iets wat je in elk project wel leert.”

Mijn medestudenten zijn heel verschillend maar wiskunde  vinden we allemaal leuk

Aan welk project heb je de beste herinneringen, en waarom?

“Bij het project voor het vak ‘Methoden en Technieken’ moest je een marktonderzoek doen en mocht je zelf een groepje vormen. Toen zat ik met vrienden in een project. Dan is de dynamiek heel anders dan wanneer je wordt ingedeeld. Het heeft zowel voor- als nadelen. Het is fijn omdat je elkaar al kent en hierdoor ook wel meer gevoel hebt waar iedereen goed in is. Als je met vrienden werkt moet je echter ook je vrienden aanspreken wanneer ze iets minder goed doen en dan moet je werk en privé goed gescheiden houden. Dat is iets waar je minder rekening mee hoeft te houden als je wordt ingedeeld. Ondanks dat was het project heel leuk en was een groot deel ook gezellig. De opdrachtgever was ook mijn dansschool, dus dat was op persoonlijk gebied erg interessant.”

Wat inspireert jou?

“De sfeer bij deze opleiding inspireert mij. De opleiding is heel erg hecht. Zeker toen alles fysiek was. De klassen zijn klein en de docenten kennen de studenten persoonlijk. Studenten die samen met mij zijn begonnen aan de opleiding kende ik op een gegeven moment allemaal bij naam. Het allerleukste is wanneer ik met medestudenten praat en soms vergeet dat we allemaal dezelfde opleiding doen. Er is zoveel variatie aan persoonlijkheden, maar we vinden wiskunde allemaal leuk. Dat vind ik erg mooi.”

Kun je vertellen wat je tijdens je stage doet?

“Tijdens mijn stage loop ik mee bij een bedrijf en voer ik werkzaamheden uit die een medewerker ook zou uitvoeren. Op dit moment loop ik stage bij Momo Medical. Daar maak ik deel uit van het algoritmeteam. Iedereen in het algoritmeteam werkt zelfstandig aan iets en soms komen de losse onderdelen op dezelfde functionaliteit neer. Het bedrijf heeft de BedSense ontwikkeld, een sensor voor onder in het bed. Het is bedoeld om de werkdruk van verzorgers te verminderen en is vooral handig bij de nachtdienst. De BedSense is namelijk gekoppeld aan een app waarin je een overzicht van kamers met een BedSense hebt. Je kan dan zien of iemand in of uit bed is. Als iemand in bed is, kun je ook zien of diegene rustig of onrustig is. Alles werkt op wifi. Ik onderzoek de vertragingen die kunnen ontstaan in de notificaties van de app door bijvoorbeeld slechte wifi-verbindingen. Hierdoor moet ik best veel data analyseren. Daarnaast ben ik ook bezig met het maken van een overzicht voor het bedrijf, zodat zij niet zelf de data moeten bekijken, maar dat ze sneller kunnen zien waar het misgaat en wat er precies aan de hand.”

Enig idee wat je na de opleiding wilt doen?

“Ik twijfel nog heel erg tussen twee dingen. Tot nu toe heb ik altijd veel affiniteit gehad met het onderwijs. Dus misschien ga ik doorstuderen voor mijn bevoegdheid en ga ik lesgeven. Ik weet nog niet of ik dit op de middelbare school zou willen of in het hoger onderwijs. Daarnaast vind ik het actuariële veld erg interessant: risico’s doorrekenen en evalueren. Tot nu toe heb ik die vakken met plezier gevolgd en vond ik eigenlijk weinig ‘vervelend’ aan die vakken. Dat had ik bij andere vakken iets meer. Het einddoel is dus docent of actuaris. Voor beide beroepen zou ik nog wel moeten doorstuderen.”

Lees meer over de opleiding Toegepaste Wiskunde op De Haagse Hogeschool